Dutch

Detailed Translations for aards from Dutch to French

aards:


Translation Matrix for aards:

NounRelated TranslationsOther Translations
intérimaire hulpkracht; invaller; noodhulp; plaatsvervanger; remplaçant; representant; substituut; uitzendkracht; vertegenwoordiger
matériel apparatuur; benodigde; benodigdheid; hardware; materiaal; materieel; monstering; outfit; outillage; uitmonstering; uitrusting; uitzet; versiering
profane buitenstaander; leek; oningewijde; outsider
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
provisoire aards; kortstondig; provisorisch; temporeel; tijdelijk; tussentijds; voor enige tijd; voorbijgaand; voorlopig; zolang contraceptief; de komende tijd; preventief; tijdelijke; voorbehoedend; voorlopig; voorlopig bezet
ModifierRelated TranslationsOther Translations
de ce monde aards; profaan; seculair; wereldlijk; werelds mondain; werelds
du monde aards; profaan; seculair; wereldlijk; werelds mondain; werelds
intérimaire aards; kortstondig; provisorisch; temporeel; tijdelijk; tussentijds; voor enige tijd; voorbijgaand; voorlopig; zolang de komende tijd; loco-; plaatsvervangend; voorlopig; waarnemend
matériel aards; profaan; seculair; wereldlijk; werelds materieel; stoffelijk
momentané aards; kortstondig; provisorisch; temporeel; tijdelijk; tussentijds; voor enige tijd; voorbijgaand; voorlopig; zolang tijdelijk; voorbijgaand
mondain aards; profaan; seculair; wereldlijk; werelds courant; flitsend; gangbaar; gebruikelijk; gewoon; hip; modieus; mondain; snel; trendy; vlot; werelds; wereldwijs
profane aards; profaan; seculair; wereldlijk; werelds blasfemisch; godslasterend; godslasterlijk; onheilig; ontheiligend; profaan; wereldlijk
provisoirement aards; kortstondig; provisorisch; temporeel; tijdelijk; tussentijds; voor enige tijd; voorbijgaand; voorlopig; zolang de komende tijd; huidig; momenteel; tegenwoordig; van vandaag; vooralsnog; vooreerst; voorlopig; voorshands
séculaire aards; profaan; seculair; wereldlijk; werelds eeuwenoud
séculier aards; profaan; seculair; wereldlijk; werelds
temporaire aards; kortstondig; provisorisch; temporeel; tijdelijk; tussentijds; voor enige tijd; voorbijgaand; voorlopig; zolang de komende tijd; temporeel; tijdelijk; tijdelijke; voorbijgaand; voorlopig
temporairement aards; kortstondig; provisorisch; temporeel; tijdelijk; tussentijds; voor enige tijd; voorbijgaand; voorlopig; zolang de komende tijd; tijdelijk; voorbijgaand; voorlopig
temporel aards; kortstondig; provisorisch; temporeel; tijdelijk; tussentijds; voor enige tijd; voorbijgaand; voorlopig; zolang de komende tijd; voorlopig
terrestre aards; profaan; seculair; wereldlijk; werelds

Related Words for "aards":

  • aardsheid, aardse, aard

Wiktionary Translations for aards:

aards
adjective
  1. betrekking hebbende op de aarde, tot de aarde behorend

Cross Translation:
FromToVia
aards profane mundane — worldly

aard:

aard [de ~ (m)] nom

  1. de aard (karakter; geaardheid; inborst)
    le caractère; le nature
  2. de aard (inborst; karakter; mentaliteit; )
    la nature; la poitrine; l'âme; le caractère; le tempérament; le buste
  3. de aard (soort)
    la sorte; le genre; la nature
  4. de aard (onderverdeling; klasse)
    la subdivision; la catégorie; la classe; le genre; le type; la sorte; l'espèce

Translation Matrix for aard:

NounRelated TranslationsOther Translations
buste aard; geaardheid; gemoed; inborst; inslag; karakter; mentaliteit; natuur bovenlichaam; bovenlijf; buste; tiet; vrouwenborst
caractère aard; geaardheid; gemoed; inborst; inslag; karakter; mentaliteit; natuur aandrift; daadkracht; eigenschap; energie; esprit; fut; geaardheid; gemoedstoestand; geneigdheid; gezindheid; hang; inclinatie; karakter; karaktereigenschap; karakterisering; karakteristiek; karaktertrek; kenmerk; kracht; kwalititeit; letter; lettersoort; letterteken; lettertype; momentum; natuur; neiging; persoonlijkheid; puf; stemming; teken; typering; werklust; ziel
catégorie aard; klasse; onderverdeling afdeling; basisbestanddeel; bestanddeel; categorie; classificatie; component; deel; departement; detachement; element; fractie; genre; ingrediënt; klasse; kleurcategorie; onderdeel; prijsklasse; sectie; slag; soort; stuk; tak; type
classe aard; klasse; onderverdeling cursus; deftigheid; distinctie; gedistingeerdheid; genre; instructie; klas; klaslokaal; klasse; klassenlokaal; lering; les; maatschappelijke klasse; objectklasse; onderricht; onderrichting; onderwijs; orde; rang; schooljaar; schoolklas; schoollokaal; slag; soort; stand; type; vaklokaal; voornaamheid; welgemanierdheid
espèce aard; klasse; onderverdeling familie; genre; geslacht; ras; slag; soort; stamhuis; type
genre aard; klasse; onderverdeling; soort genre; handelwijze; manier; methode; procedure; ras; slag; soort; trant; type; wijs; wijze
nature aard; geaardheid; gemoed; inborst; inslag; karakter; mentaliteit; natuur; soort geaardheid; gemoedstoestand; geneigdheid; gezindheid; hang; inclinatie; karaktereigenschap; karaktertrek; kenmerk; kwalititeit; natuur; neiging; stemming; ziel
poitrine aard; geaardheid; gemoed; inborst; inslag; karakter; mentaliteit; natuur borst; borstkassen; buste; ribbenkasten; tiet; vrouwenborst
sorte aard; klasse; onderverdeling; soort genre; klasse; maatschappelijke klasse; orde; rang; slag; soort; stand; type
subdivision aard; klasse; onderverdeling genre; onderafdeling; slag; soort; type; vertakking
tempérament aard; geaardheid; gemoed; inborst; inslag; karakter; mentaliteit; natuur geaardheid; gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; gemoedstoestand; geneigdheid; gezindheid; hang; inborst; inclinatie; karakter; karaktereigenschap; karaktertrek; kenmerk; kittigheid; kwalititeit; natuur; neiging; persoonlijkheid; stemming; temperament; vurigheid
type aard; klasse; onderverdeling fatje; figuur; gast; genre; gevaarte; goser; gozer; heerschap; heertje; individu; jochie; joekel; jongetje; kanjer; kerel; kleine jongen; knaap; knakker; knoert; knul; kokker; kokkerd; loei; man; model; monster; proefje; proeve; slag; snuiter; soort; specimen; staal; staaltje; sujet; type; vent
âme aard; geaardheid; gemoed; inborst; inslag; karakter; mentaliteit; natuur aandrift; daadkracht; energie; esprit; fut; geest; geestverschijning; gemoedstoestand; kracht; momentum; puf; schim; spook; spookverschijning; stemming; verschijning; werklust; ziel
- karakter; natuur; persoonlijkheid
ModifierRelated TranslationsOther Translations
classe eersteklas; klasse
nature gaaf; kuis; maagdelijk; onaangeraakt; onbevlekt; ongerept; onschuldig; pure; puur; rein; virginaal; zuiver; zuivere

Related Words for "aard":


Synonyms for "aard":


Related Definitions for "aard":

  1. manier waarop iets of iemand in elkaar zit1
    • Tina is opvliegend van aard1

Wiktionary Translations for aard:

aard
noun
  1. wezen, natuur, karakter
aard
noun
  1. désuet|fr Décrit la nature, ou la bonne qualité ou mauvaise de certaines choses.
  2. empreinte, marque, figure tracer sur une surface quelconque avec une plume, un burin, un ciseau, ou de toute autre manière, et à laquelle on attribuer une certaine signification. note Il se dit particulièrement des lettres et autres
  3. Traductions à trier suivant le sens.
  4. ensemble d’êtres, ou de choses, caractériser par un ou des traits communs.
  5. ensemble des êtres et des choses, univers. Ensemble en tant qu’ordonné et régir par des lois.

Cross Translation:
FromToVia
aard nature; état; qualité; fait Beschaffenheitheutzutage sehr selten im Plural: Eigenart oder Zustand einer Sache
aard naturel Natur — die generelle Beschaffenheit einer Sache oder eines Sachverhaltes
aard naturel Natur — geistige, seelische oder körperliche Charakteristika und Eigenheiten von Personen oder Tieren bzw. deren gesamtes Wesen