Dutch

Detailed Translations for bewogenheid from Dutch to French

bewogenheid:

bewogenheid [de ~ (v)] nom

  1. de bewogenheid
    l'émotion; le mouvement d'âme

Translation Matrix for bewogenheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
mouvement d'âme bewogenheid emotie; gemoedsbeweging; gevoel; ontroering; sentiment; vertedering
émotion bewogenheid emotie; gemoedsaandoening; gemoedsbeweging; geschoktheid; gevoel; gewaarwording; ontroering; ontzetting; sensatie; sentiment; vertedering

Related Words for "bewogenheid":


Wiktionary Translations for bewogenheid:

bewogenheid
noun
  1. Réaction affectif subite, temporaire et involontaire, souvent accompagnée de manifestations physiques, provoquée par un sentiment intense de peur, de colère, de surprise, etc.

bewogenheid form of bewogen:


Translation Matrix for bewogen:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
affecté aangedaan; bewogen; geroerd aangedaan; aangegrepen; aangeslagen; aanstellerig; bekakt; dikdoenerig; geaffecteerd; gedwongen; geforceerd; gekunsteld; gemaakt; gemaakte gevoelens; geraakt; geroerd; getroffen; gewrongen; gezocht; geëmotioneerd; kapot van; kunstmatig; onnatuurlijk; ontroerd; overdreven; theatraal
agité bewogen; onrustig; roerig; turbulent; veelbewogen; woelig geagiteerd; gehaast; gejaagd; gestressed; haastig; hard; hardop; hectisch; jachtig; levendig; luid; luidkeels; ongedurig; onrustig; roerig; uit volle borst; verhit; woelig
avec affectation aangedaan; bewogen; geroerd aanstellerig; bekakt; dikdoenerig; geaffecteerd; gekunsteld
d'une manière affectée aangedaan; bewogen; geroerd aanstellerig; bekakt; dikdoenerig; geaffecteerd; gekunsteld; gemaakt; gewrongen; gezocht; onnatuurlijk
d'une manière agitée bewogen; onrustig; roerig; turbulent; veelbewogen; woelig geagiteerd; geprikkeld; geërgerd; geïrriteerd; levendig; onrustig; roerig; verhit; woelig
mouvementé bewogen; gepassioneerd; gevoelvol; geëmotioneerd; onrustig; roerig; turbulent; veelbewogen; woelig bekakt; dikdoenerig; geaffecteerd
touché aangedaan; bewogen; gepassioneerd; geroerd; gevoelvol; geëmotioneerd aangedaan; aangegrepen; aangeschoten; aangeslagen; emotioneel; gekwetst; geraakt; geroerd; getroffen; gevoelig; gewond; geëmotioneerd; kapot van; onthutst; ontroerd; ontsteld; paf; perplex
turbulent bewogen; onrustig; roerig; turbulent; veelbewogen; woelig bezet; blij; blijmoedig; dartel; druk; drukbezet; lawaaierig; levendig; levenslustig; luid; luidruchtig; monter; ongedurig; onrustig; opgetogen; opgewekt; roerig; rumoerig; stoeiziek; tierig; uitbundig; uitgelaten; vrolijk; woelig
ému aangedaan; bewogen; gepassioneerd; geroerd; gevoelvol; geëmotioneerd aangedaan; aangegrepen; aangeslagen; emotioneel; geraakt; geroerd; getroffen; gevoelig; geëmotioneerd; kapot van; ontroerd

Related Words for "bewogen":