Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. decors:
  2. decor:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for decors from Dutch to French

decors:

decors [de ~] nom, pluriel

  1. de decors (toneeldecors)
    le décors

Translation Matrix for decors:

NounRelated TranslationsOther Translations
décors decors; toneeldecors

Related Words for "decors":


decor:

decor [de ~] nom

  1. de decor (toneeldecor)
    la décoration scénique; le décor
  2. de decor (versiering; draperie; tooi; )
    la décoration; la parure; l'ornementation; l'ornement; la médaille

Translation Matrix for decor:

NounRelated TranslationsOther Translations
décor decor; toneeldecor aankleding; decoratie; ereteken; inrichting; onderscheiding; onderscheidingsteken; ridderorde; toneeldecoratie; versiering
décoration corsage; decor; decoratie; draperie; garnering; opluistering; opsiering; ornamentiek; sierwerk; tooi; versiering; versiersel aankleding; decoratie; decoreren; eigenschap; ereteken; inrichting; karakteristiek; karaktertrek; kenmerk; lintje; onderscheiding; onderscheidingsteken; opschik; opsieren; opsmuk; opsmukken; optuigen; ordeteken; ridderorde; smuk; stigma; teken; versieren; versiering; versieringen aanbrengen; zich mooi maken
décoration scénique decor; toneeldecor toneeldecoratie; toneelversiering
médaille corsage; decor; decoratie; draperie; garnering; opluistering; opsiering; ornamentiek; sierwerk; tooi; versiering; versiersel gedenkpenning; geldstuk; gelukspenning; medaille; munt; muntstuk; onderscheidingsteken; penning; plak; teken
ornement corsage; decor; decoratie; draperie; garnering; opluistering; opsiering; ornamentiek; sierwerk; tooi; versiering; versiersel decoratie; ereteken; grafisch element; onderscheiding; onderscheidingsteken; opluisteren; opschik; opsmuk; ornament; ridderorde; sieraad; sierstuk; smuk; tooien; versieren; versiering
ornementation corsage; decor; decoratie; draperie; garnering; opluistering; opsiering; ornamentiek; sierwerk; tooi; versiering; versiersel decoratie; decoreren; ereteken; onderscheiding; onderscheidingsteken; opschik; opsieren; opsmuk; opsmukken; ridderorde; smuk; versieren; versiering; versieringen aanbrengen
parure corsage; decor; decoratie; draperie; garnering; opluistering; opsiering; ornamentiek; sierwerk; tooi; versiering; versiersel bijou; juweel; opschik; opsmuk; sieraad; sierstuk; smuk; versiering

Related Words for "decor":


Wiktionary Translations for decor:

decor
noun
  1. (architecture) Ce qui enjoliver, en parlant du papier, de la peinture, des ornements.

Cross Translation:
FromToVia
decor décor scenery — stage backdrops, property and other items on a stage that give the impression of the location of the scene