Dutch

Detailed Translations for geravot from Dutch to French

geravot:


geravot form of ravotten:

ravotten verbe (ravot, ravotte, ravotten, geravot)

  1. ravotten (stoeien; dollen; zich uitleven; wild spelen; wild rennen)
    batifoler; faire le diable; folâtrer; s'ébattre
    • batifoler verbe (batifole, batifoles, batifolons, batifolez, )
    • folâtrer verbe (folâtre, folâtres, folâtrons, folâtrez, )
    • s'ébattre verbe

Conjugations for ravotten:

o.t.t.
  1. ravot
  2. ravot
  3. ravot
  4. ravotten
  5. ravotten
  6. ravotten
o.v.t.
  1. ravotte
  2. ravotte
  3. ravotte
  4. ravotten
  5. ravotten
  6. ravotten
v.t.t.
  1. heb geravot
  2. hebt geravot
  3. heeft geravot
  4. hebben geravot
  5. hebben geravot
  6. hebben geravot
v.v.t.
  1. had geravot
  2. had geravot
  3. had geravot
  4. hadden geravot
  5. hadden geravot
  6. hadden geravot
o.t.t.t.
  1. zal ravotten
  2. zult ravotten
  3. zal ravotten
  4. zullen ravotten
  5. zullen ravotten
  6. zullen ravotten
o.v.t.t.
  1. zou ravotten
  2. zou ravotten
  3. zou ravotten
  4. zouden ravotten
  5. zouden ravotten
  6. zouden ravotten
diversen
  1. ravot!
  2. ravot!
  3. geravot
  4. ravottend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for ravotten:

VerbRelated TranslationsOther Translations
batifoler dollen; ravotten; stoeien; wild rennen; wild spelen; zich uitleven dollen; een poets bakken; gekheid uithalen; gekscheren; grappen; malligheid uithalen; robbedoezen; schertsen; streek uithalen
faire le diable dollen; ravotten; stoeien; wild rennen; wild spelen; zich uitleven
folâtrer dollen; ravotten; stoeien; wild rennen; wild spelen; zich uitleven dollen; een poets bakken; gekheid uithalen; gekscheren; grappen; malligheid uithalen; robbedoezen; schertsen; streek uithalen
s'ébattre dollen; ravotten; stoeien; wild rennen; wild spelen; zich uitleven