Summary
Dutch to French: more detail...
- grendel:
- grendelen:
-
Wiktionary:
- grendel → verrou
- grendel → verrou
- grendelen → verrouiller
- grendelen → verrouiller
Dutch
Detailed Translations for grendel from Dutch to French
grendel:
-
de grendel (verschuifbare sluiting; tong; schuif; schoot)
-
de grendel (sluitinrichting voor deur of raam; schuif; knip)
Translation Matrix for grendel:
Noun | Related Translations | Other Translations |
glissière | grendel; schoot; schuif; tong; verschuifbare sluiting | glijbaan; glijplank |
verrou | grendel; knip; schuif; sluitinrichting voor deur of raam | deurknip; knip |
Related Words for "grendel":
Related Definitions for "grendel":
grendel form of grendelen:
-
grendelen (vergrendelen; locken; afsluiten; sluiten; afgrendelen; op slot zetten; op slot doen; borgen; dichtdoen; dichtmaken)
verrouiller; boucler; fermer au verrou; clore; fermer-
verrouiller verbe (verrouille, verrouilles, verrouillons, verrouillez, verrouillent, verrouillais, verrouillait, verrouillions, verrouilliez, verrouillaient, verrouillai, verrouillas, verrouilla, verrouillâmes, verrouillâtes, verrouillèrent, verrouillerai, verrouilleras, verrouillera, verrouillerons, verrouillerez, verrouilleront)
-
boucler verbe (boucle, boucles, bouclons, bouclez, bouclent, bouclais, bouclait, bouclions, boucliez, bouclaient, bouclai, bouclas, boucla, bouclâmes, bouclâtes, bouclèrent, bouclerai, boucleras, bouclera, bouclerons, bouclerez, boucleront)
-
fermer au verrou verbe
-
fermer verbe (ferme, fermes, fermons, fermez, ferment, fermais, fermait, fermions, fermiez, fermaient, fermai, fermas, ferma, fermâmes, fermâtes, fermèrent, fermerai, fermeras, fermera, fermerons, fermerez, fermeront)
-
Conjugations for grendelen:
o.t.t.
- grendel
- grendelt
- grendelt
- grendelen
- grendelen
- grendelen
o.v.t.
- grendelde
- grendelde
- grendelde
- grendelden
- grendelden
- grendelden
v.t.t.
- heb gegrendeld
- hebt gegrendeld
- heeft gegrendeld
- hebben gegrendeld
- hebben gegrendeld
- hebben gegrendeld
v.v.t.
- had gegrendeld
- had gegrendeld
- had gegrendeld
- hadden gegrendeld
- hadden gegrendeld
- hadden gegrendeld
o.t.t.t.
- zal grendelen
- zult grendelen
- zal grendelen
- zullen grendelen
- zullen grendelen
- zullen grendelen
o.v.t.t.
- zou grendelen
- zou grendelen
- zou grendelen
- zouden grendelen
- zouden grendelen
- zouden grendelen
en verder
- is gegrendeld
- zijn gegrendeld
diversen
- grendel!
- grendelt!
- gegrendeld
- grendelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for grendelen:
Related Words for "grendelen":
Wiktionary Translations for grendelen:
grendelen
Cross Translation:
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• grendelen | → verrouiller | ↔ verriegeln — (transitiv) mit einem Riegel verschließen |
External Machine Translations: