Dutch

Detailed Translations for hengst from Dutch to French

hengst:

hengst [de ~ (m)] nom

  1. de hengst (ongesneden mannelijk paard)
    le cheval entier; l'étalon
  2. de hengst (oplawaai; opdonder; muilpeer; )
    la baffe; la torgnole; le pain; la gifle; la beigne; la claque; le coup dur; le petit coup; le coup; l'heurt

Translation Matrix for hengst:

NounRelated TranslationsOther Translations
baffe hengst; klap; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; stoot
beigne hengst; klap; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; stoot opdoffer
cheval entier hengst; ongesneden mannelijk paard
claque hengst; klap; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; stoot dreun; harde slag; jens; klap; klop; knal; lel; mep; muilpeer; oorveeg; oorvijg; opdonder; pets; slag; tik; toegebrachte klap; uithaal; veeg; vuistslag
coup hengst; klap; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; stoot beurse plek; bluts; botsing; coup; deuk; dreun; dronk; duw; duwtje; gekke streek; harde slag; instulping; jens; klap; klokslag; klop; knal; kwak; lel; mep; messteek; opdonder; opeen knallen; por; putsch; rare streek; schaakstukverplaatsing; schaakzet; scheutje; schop; slag; slok; smak; staatsgreep; steek; stoot; stootje; teug; tik; toegebrachte klap; trap; tussendoortje; uithaal; vluggertje; voetbeweging; vuistslag; zet
coup dur hengst; klap; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; stoot
gifle hengst; klap; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; stoot dreun; harde slag; jens; kaakslag; klap; klop; knal; lel; mep; muilpeer; oorveeg; oorvijg; tik; toegebrachte klap; veeg
heurt hengst; klap; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; stoot aanrijding; beven; botsing; collisie; conflict; doolhof; duw; duwtje; frictie; gevecht; hort; kamp; labyrint; onenigheid; por; ruzie; schok; schokkende beweging; stoot; stootje; strijd; twist; warboel; warnet; worsteling; wrijving; zet
pain hengst; klap; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; stoot brood
petit coup hengst; klap; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; stoot duw; duwtje; klap; klapje; kleine tik; klop; klopje; lel; mep; por; stoot; stootje; tik; tikje; toegebrachte klap; zet
torgnole hengst; klap; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; stoot dreun; opdonder; slag; uithaal; vuistslag
étalon hengst; ongesneden mannelijk paard ijkgewicht; ijkmaat; maatstaf; norm; standaard; standaardmaat

Related Words for "hengst":


Wiktionary Translations for hengst:

hengst
noun
  1. mannelijk paard
  2. harde klap
hengst
noun
  1. hippologie|fr cheval mâle utilisé pour la reproduction.

Cross Translation:
FromToVia
hengst étalon; cheval entier HengstZoologie: nicht kastriertes männliches Tier bei Pferd, Esel, Dromedar, Kamel und Zebra; auch in Bezug auf Giraffen kommt der Begriff „Hengst“ (Giraffenhengst) gelegentlich vor (anstatt Giraffenbulle)
hengst étalon stallion — uncastrated male horse

hengst form of hengsten:

hengsten verbe (hengst, hengstte, hengstten, gehengst)

  1. hengsten (hard studeren; blokken)
    bosser; bûcher; potasser
    • bosser verbe (bosse, bosses, bossons, bossez, )
    • bûcher verbe (bûche, bûches, bûchons, bûchez, )
    • potasser verbe (potasse, potasses, potassons, potassez, )
  2. hengsten (hard slaan; slaan; meppen; timmeren)
    frapper; battre; fouetter; taper; cogner; heurter
    • frapper verbe (frappe, frappes, frappons, frappez, )
    • battre verbe (bats, bat, battons, battez, )
    • fouetter verbe (fouette, fouettes, fouettons, fouettez, )
    • taper verbe (tape, tapes, tapons, tapez, )
    • cogner verbe (cogne, cognes, cognons, cognez, )
    • heurter verbe (heurte, heurtes, heurtons, heurtez, )
  3. hengsten (stompen; rammen)
    cogner; gourmer; frapper; taper
    • cogner verbe (cogne, cognes, cognons, cognez, )
    • gourmer verbe
    • frapper verbe (frappe, frappes, frappons, frappez, )
    • taper verbe (tape, tapes, tapons, tapez, )

Conjugations for hengsten:

o.t.t.
  1. hengst
  2. hengst
  3. hengst
  4. hengsten
  5. hengsten
  6. hengsten
o.v.t.
  1. hengstte
  2. hengstte
  3. hengstte
  4. hengstten
  5. hengstten
  6. hengstten
v.t.t.
  1. heb gehengst
  2. hebt gehengst
  3. heeft gehengst
  4. hebben gehengst
  5. hebben gehengst
  6. hebben gehengst
v.v.t.
  1. had gehengst
  2. had gehengst
  3. had gehengst
  4. hadden gehengst
  5. hadden gehengst
  6. hadden gehengst
o.t.t.t.
  1. zal hengsten
  2. zult hengsten
  3. zal hengsten
  4. zullen hengsten
  5. zullen hengsten
  6. zullen hengsten
o.v.t.t.
  1. zou hengsten
  2. zou hengsten
  3. zou hengsten
  4. zouden hengsten
  5. zouden hengsten
  6. zouden hengsten
en verder
  1. ben gehengst
  2. bent gehengst
  3. is gehengst
  4. zijn gehengst
  5. zijn gehengst
  6. zijn gehengst
diversen
  1. hengst!
  2. hengst!
  3. gehengst
  4. hengstend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for hengsten:

NounRelated TranslationsOther Translations
battre afbeuken
bûcher brandstapel; houtmijt
VerbRelated TranslationsOther Translations
battre hard slaan; hengsten; meppen; slaan; timmeren aankloppen; aantikken; afkloppen; bekampen; beroeren; bestrijden; beuken; bevechten; bonken; hameren; karnen; klakken; klapperen; kleppen; kloppen; kloppen met een hamer; klutsen; omroeren; raken; rammen; roeren; slaan; tikken; treffen
bosser blokken; hard studeren; hengsten
bûcher blokken; hard studeren; hengsten leerstof erin stampen; vossen
cogner hard slaan; hengsten; meppen; rammen; slaan; stompen; timmeren aankloppen; aanrijden; aantikken; beuken; bonken; botsen; hameren; kloppen; op elkaar knallen; op elkaar stoten; rammen; slaan; stoten op; tikken
fouetter hard slaan; hengsten; meppen; slaan; timmeren aframmelen; afranselen; afrossen; aftuigen; geselen; in elkaar timmeren; kastijden; klutsen; snerpen; toetakelen; tuchtigen
frapper hard slaan; hengsten; meppen; rammen; slaan; stompen; timmeren aankloppen; aantikken; beuken; bonken; een klap geven; een oplawaai geven; frapperen; hameren; kloppen; kloppen met een hamer; rammen; slaan; tikken
gourmer hengsten; rammen; stompen
heurter hard slaan; hengsten; meppen; slaan; timmeren aankloppen; aanrijden; aanstoot geven; aantikken; aanvaren; bonken; bonzen; botsen; choqueren; hameren; ketsen; kloppen; luiden; op elkaar knallen; op elkaar stoten; opbotsen; rammen; schokken; shockeren; slaan; stoten op; tikken
potasser blokken; hard studeren; hengsten leerstof erin stampen
taper hard slaan; hengsten; meppen; rammen; slaan; stompen; timmeren aankloppen; aantikken; beuken; bonken; dichten; dichtmaken; dichtstoppen; hameren; kloppen; kloppen met een hamer; machineschrijven; rammen; slaan; stoppen; tikken; typen

Related Words for "hengsten":