Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. herkauwen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for herkauwen from Dutch to French

herkauwen:

herkauwen verbe (herkauw, herkauwt, herkauwde, herkauwden, herkauwd)

  1. herkauwen
    ruminer
    • ruminer verbe (rumine, rumines, ruminons, ruminez, )

Conjugations for herkauwen:

o.t.t.
  1. herkauw
  2. herkauwt
  3. herkauwt
  4. herkauwen
  5. herkauwen
  6. herkauwen
o.v.t.
  1. herkauwde
  2. herkauwde
  3. herkauwde
  4. herkauwden
  5. herkauwden
  6. herkauwden
v.t.t.
  1. heb herkauwd
  2. hebt herkauwd
  3. heeft herkauwd
  4. hebben herkauwd
  5. hebben herkauwd
  6. hebben herkauwd
v.v.t.
  1. had herkauwd
  2. had herkauwd
  3. had herkauwd
  4. hadden herkauwd
  5. hadden herkauwd
  6. hadden herkauwd
o.t.t.t.
  1. zal herkauwen
  2. zult herkauwen
  3. zal herkauwen
  4. zullen herkauwen
  5. zullen herkauwen
  6. zullen herkauwen
o.v.t.t.
  1. zou herkauwen
  2. zou herkauwen
  3. zou herkauwen
  4. zouden herkauwen
  5. zouden herkauwen
  6. zouden herkauwen
diversen
  1. herkauw!
  2. herkauwt!
  3. herkauwd
  4. herkauwend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for herkauwen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
ruminer herkauwen nadenken; peinzen; piekeren; prakkiseren; tobben

Wiktionary Translations for herkauwen:

herkauwen
verb
  1. Traductions à trier suivant le sens