Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. in beweging brengen:


Dutch

Detailed Translations for in beweging brengen from Dutch to French

in beweging brengen:

in beweging brengen verbe (breng in beweging, brengt in beweging, bracht in beweging, brachten in beweging, in beweging gebracht)

  1. in beweging brengen (bewegen; beroeren)
    bouger; mettre en mouvement; se déplacer; remuer; actionner
    • bouger verbe (bouge, bouges, bougeons, bougez, )
    • se déplacer verbe
    • remuer verbe (remue, remues, remuons, remuez, )
    • actionner verbe (actionne, actionnes, actionnons, actionnez, )

Conjugations for in beweging brengen:

o.t.t.
  1. breng in beweging
  2. brengt in beweging
  3. brengt in beweging
  4. brengen in beweging
  5. brengen in beweging
  6. brengen in beweging
o.v.t.
  1. bracht in beweging
  2. bracht in beweging
  3. bracht in beweging
  4. brachten in beweging
  5. brachten in beweging
  6. brachten in beweging
v.t.t.
  1. heb in beweging gebracht
  2. hebt in beweging gebracht
  3. heeft in beweging gebracht
  4. hebben in beweging gebracht
  5. hebben in beweging gebracht
  6. hebben in beweging gebracht
v.v.t.
  1. had in beweging gebracht
  2. had in beweging gebracht
  3. had in beweging gebracht
  4. hadden in beweging gebracht
  5. hadden in beweging gebracht
  6. hadden in beweging gebracht
o.t.t.t.
  1. zal in beweging brengen
  2. zult in beweging brengen
  3. zal in beweging brengen
  4. zullen in beweging brengen
  5. zullen in beweging brengen
  6. zullen in beweging brengen
o.v.t.t.
  1. zou in beweging brengen
  2. zou in beweging brengen
  3. zou in beweging brengen
  4. zouden in beweging brengen
  5. zouden in beweging brengen
  6. zouden in beweging brengen
en verder
  1. ben in beweging gebracht
  2. bent in beweging gebracht
  3. is in beweging gebracht
  4. zijn in beweging gebracht
  5. zijn in beweging gebracht
  6. zijn in beweging gebracht
diversen
  1. breng in beweging!
  2. brengt in beweging!
  3. in beweging gebracht
  4. in beweging brengend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for in beweging brengen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
actionner beroeren; bewegen; in beweging brengen aandrijven; aansporen; gerechtelijk vervolgen; manoeuvreren; marcheren; mixen; opkrikken; opwekken; prikkelen; roeren; stimuleren; vervolgen
bouger beroeren; bewegen; in beweging brengen agiteren; bewegen; in beroering brengen; loshangen; loszitten; manoeuvreren; marcheren; omroeren; oppoken; opstoken; roeren; verroeren; zich bewegen; zich verplaatsen
mettre en mouvement beroeren; bewegen; in beweging brengen voortbewegen
remuer beroeren; bewegen; in beweging brengen agiteren; beroeren; in beroering brengen; mixen; omroeren; ontroeren; op en neer bewegen; oppoken; opstoken; raken; roeren; rondroeren; spartelen; treffen; verroeren
se déplacer beroeren; bewegen; in beweging brengen bewegen; zich verplaatsen

Related Translations for in beweging brengen