Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. kabaal:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for kabaal from Dutch to French

kabaal:

kabaal [het ~] nom

  1. het kabaal (lawaai; rumoer; spektakel; herrie; leven)
    le bruit; le tapage; le tumulte; le vacarme; le brouhaha; le chahut

Translation Matrix for kabaal:

NounRelated TranslationsOther Translations
brouhaha herrie; kabaal; lawaai; leven; rumoer; spektakel drukte; gebrom; geluid; gemurmel; geroezemoes; kouwe drukte; ophef; rumoer
bruit herrie; kabaal; lawaai; leven; rumoer; spektakel deining; gebrom; gebrul; gebulder; gedruis; gekrijs; geluid; gemurmel; geroezemoes; geschreeuw; herrie; lawaai; ophef; rumoer; tumult
chahut herrie; kabaal; lawaai; leven; rumoer; spektakel bende; beroering; drukte; gedruis; geraas; heibel; heksenketel; lawaai; leven; opschudding; opstootje; ordeverstoring; pandemonium; puinhoop; puinzooi; rel; rommel; rotzooi; rumoer; troep; tumult; zooi; zootje
tapage herrie; kabaal; lawaai; leven; rumoer; spektakel bekloppen; betikken; bonk; bonkend geluid; drukte; gedruis; geluid; herrie; kouwe drukte; lawaai; luidruchtigheid; ophef; rumoer; stampei; tamtam; tumult
tumulte herrie; kabaal; lawaai; leven; rumoer; spektakel agitatie; beroering; drukte; gebrul; gebulder; gedruis; geharrewar; gekrijs; geluid; geraas; geschreeuw; gewoel; grote menigte; heibel; heksenketel; kouwe drukte; lawaai; leven; ongedurigheid; onrust; ophef; oproer; opschudding; opstand; opstootje; opzien; pandemonium; rel; rumoer; sensatie; toeloop; tumult; veel mensen; verwarring; volksoproer; vuistgevecht
vacarme herrie; kabaal; lawaai; leven; rumoer; spektakel beroering; drukte; gebrom; gebrul; gebulder; gedruis; gejoel; gejubel; gekrijs; geluid; gemurmel; geraas; geroezemoes; geschreeuw; heibel; heksenketel; herrie; kouwe drukte; lawaai; leven; misbaar; ophef; opschudding; pandemonium; rumoer; tumult

Wiktionary Translations for kabaal:

kabaal
noun
  1. lawaai, herrie
kabaal