Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. kermen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for kermen from Dutch to French

kermen:

kermen verbe (kerm, kermt, kermde, kermden, gekermd)

  1. kermen
    geindre; gémir
    • geindre verbe (geins, geint, geignons, geignez, )
    • gémir verbe (gémis, gémit, gémissons, gémissez, )

Conjugations for kermen:

o.t.t.
  1. kerm
  2. kermt
  3. kermt
  4. kermen
  5. kermen
  6. kermen
o.v.t.
  1. kermde
  2. kermde
  3. kermde
  4. kermden
  5. kermden
  6. kermden
v.t.t.
  1. heb gekermd
  2. hebt gekermd
  3. heeft gekermd
  4. hebben gekermd
  5. hebben gekermd
  6. hebben gekermd
v.v.t.
  1. had gekermd
  2. had gekermd
  3. had gekermd
  4. hadden gekermd
  5. hadden gekermd
  6. hadden gekermd
o.t.t.t.
  1. zal kermen
  2. zult kermen
  3. zal kermen
  4. zullen kermen
  5. zullen kermen
  6. zullen kermen
o.v.t.t.
  1. zou kermen
  2. zou kermen
  3. zou kermen
  4. zouden kermen
  5. zouden kermen
  6. zouden kermen
diversen
  1. kerm!
  2. kermt!
  3. gekermd
  4. kermend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for kermen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
geindre kermen brullen; dreinen; drenzen; dwingend huilen; emmeren; etteren; griepen; huilen; janken; jengelen; klieren; kreunen; krijsen; schreien; steunen; uitgieren; zeiken
gémir kermen emmeren; huilen; jammeren; janken; jeremiëren; klagen; kreunen; misnoegen uiten; over iets mopperen; schreien; steunen; verzuchten; weeklagen; wenen; zucht slaken; zuchten

Wiktionary Translations for kermen:

kermen