Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. manager:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for manager from Dutch to French

manager:

manager [de ~ (m)] nom

  1. de manager (bedrijfsleider)
    le manager; le gérant; le directeur
  2. de manager (bedrijfsleider)
    le manager; le chef d'entreprise
  3. de manager (voorzitter; bestuurder; kopstuk)
    le président; le gérant; le dirigeant; le directeur; le manager; le grand chef; la leader

Translation Matrix for manager:

NounRelated TranslationsOther Translations
chef d'entreprise bedrijfsleider; manager handelaar; handelsman; koopman
directeur bedrijfsleider; bestuurder; kopstuk; manager; voorzitter aanvoerder; baas; bevelhebber; chef; commandant; hoofd; hoofdonderwijzer; kapitein; meerdere; meester; patroon; rector; schooldirecteur; schoolhoofd; superieur
dirigeant bestuurder; kopstuk; manager; voorzitter aanvoerder; bevelhebber; bewindvoerder; commandant; kapitein; regeerder
grand chef bestuurder; kopstuk; manager; voorzitter aanvoerder; bevelhebber; commandant; hoofd; hoofdleider; hoofdman; kapitein; opperhoofd; stamhoofd
gérant bedrijfsleider; bestuurder; kopstuk; manager; voorzitter aanvoerder; administrateur; beheerder; bevelhebber; boedelredder; boekhouder; commandant; curator; gouverneur; intendant; kapitein; landvoogd; referendaris; regent; rijksbestuurder; stadhouder; zaakwaarnemer; zetbaas
leader bestuurder; kopstuk; manager; voorzitter aanvoerder; aanvoerster; bevelhebber; commandant; directeur; kapitein; leidster; leidsvrouw; vlootschipper; voorvrouw
manager bedrijfsleider; bestuurder; kopstuk; manager; voorzitter aanvoerder; bevelhebber; commandant; gids; kapitein; reisbegeleider; zetbaas
président bestuurder; kopstuk; manager; voorzitter aanvoerder; bevelhebber; commandant; hoofd; hoofdman; kapitein; leider; president; voorzitter
ModifierRelated TranslationsOther Translations
directeur richtinggevend
dirigeant leidend; leidinggevend

Related Words for "manager":

  • managers

Related Definitions for "manager":

  1. wie de leiding heeft in een bedrijf1
    • deze manager heeft de winst van het bedrijf vergroot1
  2. wie iemands zaken regelt1
    • hij is de manager van Ruud Gullit1

Wiktionary Translations for manager:

manager
noun
  1. een persoon die de leiding heeft over een afdeling binnen een organisatie