Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. mistasten:


Dutch

Detailed Translations for mistasten from Dutch to French

mistasten:

mistasten verbe (tast mis, tastte mis, tastten mis, misgetast)

  1. mistasten

Conjugations for mistasten:

o.t.t.
  1. tast mis
  2. tast mis
  3. tast mis
  4. tasten mis
  5. tasten mis
  6. tasten mis
o.v.t.
  1. tastte mis
  2. tastte mis
  3. tastte mis
  4. tastten mis
  5. tastten mis
  6. tastten mis
v.t.t.
  1. heb misgetast
  2. hebt misgetast
  3. heeft misgetast
  4. hebben misgetast
  5. hebben misgetast
  6. hebben misgetast
v.v.t.
  1. had misgetast
  2. had misgetast
  3. had misgetast
  4. hadden misgetast
  5. hadden misgetast
  6. hadden misgetast
o.t.t.t.
  1. zal mistasten
  2. zult mistasten
  3. zal mistasten
  4. zullen mistasten
  5. zullen mistasten
  6. zullen mistasten
o.v.t.t.
  1. zou mistasten
  2. zou mistasten
  3. zou mistasten
  4. zouden mistasten
  5. zouden mistasten
  6. zouden mistasten
diversen
  1. tast mis!
  2. tast mis!
  3. misgetast
  4. mistastend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for mistasten:

VerbRelated TranslationsOther Translations
prendre à côté mistasten
se tromper mistasten afgaan; een fout maken; falen; feilen; floppen; het mis hebben; in de puree lopen; misgaan; mislopen; mislukken; misrekenen; stranden; verdwaald zijn; vergissen; verkeerd lopen; verrekenen; verspreken; zich bij het rekenen vergissen; zich misrekenen; zich vergissen