Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. naar boven brengen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for naar boven brengen from Dutch to French

naar boven brengen:

naar boven brengen verbe

  1. naar boven brengen (naar boven dragen; omhoogdragen; opwaarts dragen; naar boven tillen)
    porter; monter; apporter; porter en haut; porter vers le haut
    • porter verbe (porte, portes, portons, portez, )
    • monter verbe (monte, montes, montons, montez, )
    • apporter verbe (apporte, apportes, apportons, apportez, )
  2. naar boven brengen (naar boven leiden; naar boven voeren)

Translation Matrix for naar boven brengen:

NounRelated TranslationsOther Translations
monter klimmen; omhoogkomen; opstijgen; stijgen; stijging
VerbRelated TranslationsOther Translations
apporter naar boven brengen; naar boven dragen; naar boven tillen; omhoogdragen; opwaarts dragen aanleveren; afleveren; bestellen; bezorgen; bijdragen; brengen; erop vooruit gaan; langs brengen; leveren; meebrengen; naartoe brengen; omhoogleiden; overhandigen; rondbrengen; thuisbezorgen; toeleveren; vooruitkomen; vorderen
conduire en haut naar boven brengen; naar boven leiden; naar boven voeren naar boven rijden; omhoogleiden; omhoogrijden; omhoogvoeren
monter naar boven brengen; naar boven dragen; naar boven tillen; omhoogdragen; opwaarts dragen assembleren; beklimmen; bestijgen; bevorderd worden; ensceneren; gaan staan; heffen; hogerop komen; in elkaar zetten; in scene zetten; jezelf opwerken; klimmen; koppelen; lichten; monteren; naar boven gaan; naar boven klimmen; naar boven stappen; naar boven tillen; naar boven trekken; omhoog brengen; omhoog gaan; omhoog rukken; omhoog trekken; omhooggaan; omhoogheffen; omhoogklimmen; omhoogkomen; omhooglopen; omhoogrijzen; omhoogrukken; omhoogstappen; omhoogstijgen; opgaan; opheffen; opklauteren; opklimmen; oprijden; oprijzen; opstaan; opstijgen; optillen; opvliegen; opwaarts gaan; opwaarts rijden; opwerken; paardrijden; rijzen; stijgen; tillen; uit een minder gunstige positie vooruitkomen; verheffen; vooruitkomen; zich opwerken
porter naar boven brengen; naar boven dragen; naar boven tillen; omhoogdragen; opwaarts dragen aan hebben; aandoen; aangeven; aanreiken; afgeven; afvoeren; berokkenen; dragen; gebukt gaan onder; geven; meedragen; ondersteunen; overgeven; overhandigen; rugsteunen; sjouwen; steunen; toebrengen; toesteken; torsen; veroorzaken; versturen; wegdragen; wegsjouwen; wegslepen; wegvoeren; zenden; zeulen
porter en haut naar boven brengen; naar boven dragen; naar boven tillen; omhoogdragen; opwaarts dragen naarbovendragen
porter vers le haut naar boven brengen; naar boven dragen; naar boven tillen; omhoogdragen; opwaarts dragen

Wiktionary Translations for naar boven brengen:


Cross Translation:
FromToVia
naar boven brengen évoquer großziehen — (ein Kind oder ein junges Tier) umsorgen und ernähren, bis es selbständig und erwachsen ist

External Machine Translations:

Related Translations for naar boven brengen