Dutch

Detailed Translations for naspeuring doen from Dutch to French

naspeuring doen:

naspeuring doen verbe

  1. naspeuring doen (rechercheren; snuffelen; speuren)
    examiner; faire des recherches; fourrer le nez dans; fouiller; flairer; fouiner; renifler; enquêter; fureter; inspecter
    • examiner verbe (examine, examines, examinons, examinez, )
    • fouiller verbe (fouille, fouilles, fouillons, fouillez, )
    • flairer verbe (flaire, flaires, flairons, flairez, )
    • fouiner verbe (fouine, fouines, fouinons, fouinez, )
    • renifler verbe (renifle, renifles, reniflons, reniflez, )
    • enquêter verbe (enquête, enquêtes, enquêtons, enquêtez, )
    • fureter verbe (furète, furètes, furetons, furetez, )
    • inspecter verbe (inspecte, inspectes, inspectons, inspectez, )

Translation Matrix for naspeuring doen:

NounRelated TranslationsOther Translations
examiner bezichtigen; bezichtiging
fouiller aftasten; afvoelen; tasten; voelen
VerbRelated TranslationsOther Translations
enquêter naspeuring doen; rechercheren; snuffelen; speuren controleren; examineren; nagaan; nakijken; navragen; overhoren; testen; toetsen
examiner naspeuring doen; rechercheren; snuffelen; speuren aankijken; aanschouwen; aftasten; afwegen; bekijken; beproeven; beschouwen; bezichtigen; bezien; blikken; blikken werpen; checken; controleren; doordenken; doorvorsen; examineren; gadeslaan; inkijken; inspecteren; inzien; keuren; monsteren; monsters nemen; nagaan; nakijken; naspeuren; nasporen; natrekken; onderzoeken; overdenken; overhoren; overwegen; schouwen; testen; toeschouwen; toetsen; verifiëren; verkennen
faire des recherches naspeuring doen; rechercheren; snuffelen; speuren doorvorsen; naspeuren; nasporen; navorsen; onderzoeken; speuren; vorsen
flairer naspeuring doen; rechercheren; snuffelen; speuren besniffelen; besnuffelen; lucht krijgen van; snuffelen; snuffelen aan; snuffen
fouiller naspeuring doen; rechercheren; snuffelen; speuren aftasten; afvoelen; afzoeken; bevoelen; doorzoeken; fouilleren; graaien; grabbelen; grasduinen; in iets rondtasten; neuzen; onderzoeken; rommelen; scharrelen van kip; snuffelen; snuffelen aan; speuren; verkennen; visiteren; woelen; wroeten; wurmen; zien te vinden; zoeken
fouiner naspeuring doen; rechercheren; snuffelen; speuren aan de zwerf zijn; graaien; grabbelen; in iets rondtasten; neuzen; om zich heen kijken; rommelen; rondkijken; rondneuzen; rondscharrelen; rondsnuffelen; rondzwerven; scharrelen van kip; snuffelen; speuren; struinen; verdwaald zijn; zwerven
fourrer le nez dans naspeuring doen; rechercheren; snuffelen; speuren grasduinen; neuzen; snuffelen; speuren
fureter naspeuring doen; rechercheren; snuffelen; speuren besniffelen; besnuffelen; graaien; grabbelen; neuzen; om zich heen kijken; rondkijken; rondneuzen; rondscharrelen; rondsnuffelen; scharrelen van kip; snuffelen; snuffen; speuren; struinen; verdwaald zijn
inspecter naspeuring doen; rechercheren; snuffelen; speuren aanschouwen; bekijken; beproeven; bezichtigen; bezien; controleren; doorvorsen; examineren; inspecteren; keuren; monsteren; monsters nemen; nagaan; nakijken; naspeuren; nasporen; onderzoeken; overhoren; overzien; schouwen; testen; toetsen
renifler naspeuring doen; rechercheren; snuffelen; speuren besniffelen; besnuffelen; een loopneus hebben; een snuif nemen; hinniken; iets ophalen; insnuiven; inzuigen; naar binnen zuigen; neus ophalen; opsnuiven; paardegeluid maken; sniffelen; snuffen; snuiven

External Machine Translations:

Related Translations for naspeuring doen