Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. opschonen:


Dutch

Detailed Translations for opschonen from Dutch to French

opschonen:

opschonen verbe

  1. opschonen
    nettoyer
    • nettoyer verbe (nettoie, nettoies, nettoyons, nettoyez, )
  2. opschonen
    ranger
    • ranger verbe (range, ranges, rangeons, rangez, )

Translation Matrix for opschonen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
nettoyer opschonen afboenen; afdekken; afnemen; afruimen; afschrobben; afstoffen; bergen; boenen; dweilen; in zedelijk opzicht zuiveren; klaren; knaphouden; kuisen; loskrijgen; losmaken; lostornen; louteren; nethouden; opdweilen; opruimen; reinigen; schoon maken; schoonboenen; schoonhouden; schoonmaken; schoonpoetsen; schoonschrobben; schrobben; stoffen; tornen; uithalen; uittrekken; zuiveren
ranger opschonen archiveren; bergen; bewaren; bijeen scharrelen; deponeren; inschikken; leggen; neerleggen; opbergen; opruimen; opslaan; opzij leggen; parkeren; plaatsen; rangordenen; rangschikken; samenpakken; samenrapen; scharen; stallen; stouwen; vlijen; wegbergen; wegleggen; wegzetten; zetten