Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. ordonneren:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for ordonneren from Dutch to French

ordonneren:

ordonneren verbe

  1. ordonneren (afkondigen; decreteren; verordenen; verordineren)
    ordonner; annoncer; décréter; proclamer; promulguer
    • ordonner verbe (ordonne, ordonnes, ordonnons, ordonnez, )
    • annoncer verbe (annonce, annonces, annonçons, annoncez, )
    • décréter verbe (décrète, décrètes, décrétons, décrétez, )
    • proclamer verbe (proclame, proclames, proclamons, proclamez, )
    • promulguer verbe (promulgue, promulgues, promulguons, promulguez, )

Translation Matrix for ordonneren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
annoncer afkondigen; decreteren; ordonneren; verordenen; verordineren aandienen; aankondigen; adverteren; afkondigen; aflezen; afroepen; annonceren; bekend maken; bekendmaken; berichten; decreteren; iets aankondigen; iets melden; in aantocht zijn; informeren; inlichten; meedelen; melden; mening kenbaar maken; namen afroepen; nieuwsberichten omroepen; omroepen; op de hoogte brengen; openbaar maken; openbaren; oplezen; per advertentie aanbieden; per advertentie aankondigen; publiceren; rapporteren; tippen; uitbazuinen; uitbrengen; van iets in kennis stellen; verkondigen; verslag uitbrengen; verwittigen; waarschuwen; zich aandienen; zich voordoen
décréter afkondigen; decreteren; ordonneren; verordenen; verordineren afkondigen; bevelen; commanderen; decreteren; gebieden; gelasten; opdragen; uitvaardigen; verordenen
ordonner afkondigen; decreteren; ordonneren; verordenen; verordineren aanvoeren; afkondigen; bevel voeren over; bevelen; commanderen; decreteren; dicteren; een brief dicteren; gebieden; gelasten; leiden; leidinggeven; opdragen; ordenen; uitvaardigen; verordenen; verordonneren; voorschrijven
proclamer afkondigen; decreteren; ordonneren; verordenen; verordineren afkondigen; aflezen; afroepen; bekend maken; bekendmaken; decreteren; een boodschap uitdragen; namen afroepen; omroepen; openbaar maken; openbaren; oplezen; proclameren; publiceren; uitbazuinen; uitbrengen; uitdragen; verkondigen
promulguer afkondigen; decreteren; ordonneren; verordenen; verordineren afkondigen; aflezen; afroepen; bekend maken; bekendmaken; decreteren; openbaar maken; oplezen

Wiktionary Translations for ordonneren:

ordonneren
verb
  1. bevelen

External Machine Translations: