Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. rectors:
  2. rector:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for rectors from Dutch to French

rectors:

rectors [de ~] nom, pluriel

  1. de rectors

Translation Matrix for rectors:

NounRelated TranslationsOther Translations
directeurs d'école rectors rectores; schoolhoofden

Related Words for "rectors":


rector:

rector [de ~ (m)] nom

  1. de rector (schoolhoofd; schooldirecteur; hoofd; hoofdonderwijzer)
    le directeur; le directeur d'école

Translation Matrix for rector:

NounRelated TranslationsOther Translations
directeur hoofd; hoofdonderwijzer; rector; schooldirecteur; schoolhoofd aanvoerder; baas; bedrijfsleider; bestuurder; bevelhebber; chef; commandant; hoofd; kapitein; kopstuk; manager; meerdere; meester; patroon; superieur; voorzitter
directeur d'école hoofd; hoofdonderwijzer; rector; schooldirecteur; schoolhoofd
ModifierRelated TranslationsOther Translations
directeur richtinggevend

Related Words for "rector":


Wiktionary Translations for rector:

rector
noun
  1. Directeur d'un collège (5)

Cross Translation:
FromToVia
rector directeur; directrice; principal; proviseur principal — The principal administrator of a school