Dutch

Detailed Translations for roffelen from Dutch to French

roffelen:

roffelen verbe (roffel, roffelt, roffelde, roffelden, geroffeld)

  1. roffelen (trommelen; de trom roeren)
    battre le tambour; tambouriner; battre la caisse
    • tambouriner verbe (tambourine, tambourines, tambourinons, tambourinez, )

Conjugations for roffelen:

o.t.t.
  1. roffel
  2. roffelt
  3. roffelt
  4. roffelen
  5. roffelen
  6. roffelen
o.v.t.
  1. roffelde
  2. roffelde
  3. roffelde
  4. roffelden
  5. roffelden
  6. roffelden
v.t.t.
  1. heb geroffeld
  2. hebt geroffeld
  3. heeft geroffeld
  4. hebben geroffeld
  5. hebben geroffeld
  6. hebben geroffeld
v.v.t.
  1. had geroffeld
  2. had geroffeld
  3. had geroffeld
  4. hadden geroffeld
  5. hadden geroffeld
  6. hadden geroffeld
o.t.t.t.
  1. zal roffelen
  2. zult roffelen
  3. zal roffelen
  4. zullen roffelen
  5. zullen roffelen
  6. zullen roffelen
o.v.t.t.
  1. zou roffelen
  2. zou roffelen
  3. zou roffelen
  4. zouden roffelen
  5. zouden roffelen
  6. zouden roffelen
diversen
  1. roffel!
  2. roffelt!
  3. geroffeld
  4. roffelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for roffelen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
battre la caisse de trom roeren; roffelen; trommelen
battre le tambour de trom roeren; roffelen; trommelen
tambouriner de trom roeren; roffelen; trommelen

Related Words for "roffelen":


roffelen form of roffel:

roffel [de ~ (m)] nom

  1. de roffel
    le roulement; le battement; le roulement de tambour

Translation Matrix for roffel:

NounRelated TranslationsOther Translations
battement roffel gebeier; geklepper; gelui; klokgelui; kloppen
roulement roffel donderen; gebrul; gebulder; geloei; geraas; lager; loeien van de wind
roulement de tambour roffel geroffel; getrommel; tromgeroffel; trommelslag

Related Words for "roffel":

  • roffelen, roffels, roffeltje, roffeltjes