Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. toeter:
  2. toeteren:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for toeter from Dutch to French

toeter:

toeter [de ~ (m)] nom

  1. de toeter (claxon; signaalhoorn)
    la biniou; le klaxon; le clairon
  2. de toeter (trompet; bazuin; piston; klaroen; blaasinstrument)
    la trompette; le clairon

toeter adj

  1. toeter

Translation Matrix for toeter:

NounRelated TranslationsOther Translations
biniou claxon; signaalhoorn; toeter doedelzak
clairon bazuin; blaasinstrument; claxon; klaroen; piston; signaalhoorn; toeter; trompet hoorn; jachthoorns
klaxon claxon; signaalhoorn; toeter
trompette bazuin; blaasinstrument; klaroen; piston; toeter; trompet trompet
ModifierRelated TranslationsOther Translations
beurré toeter doorgezakt
bourré toeter afgeladen; beschonken; bezopen; bomvol; dronken; gevuld; knalvol; ladderzat; laveloos; opgevuld; overvol; propvol; smoordronken; stampvol; stomdroken; stomdronken; straalbezopen; tjokvol; vol; volgepropt; volgestopt; zat
gris toeter aangeschoten; beneveld; beschonken; bezopen; blank; bleek; boosaardig; dronken; druilerig; flodderig; grauw; grauwkleurig; grijs; grijsharig; halfdronken; kleurloos; ladderzat; laveloos; miezerig; mistroostig; morsig; ongekleurd; ranzig; slobberig; slodderig; slonzig; slordig; smerig; smoordronken; somber; stomdronken; straalbezopen; teut; tipsy; triest; troosteloos; vaal; vies; viezig; voddig; vreugdeloos; vuil; vuil grijs; vunzig; zat
ivre toeter aangeschoten; beneveld; beschonken; bezopen; dronken; ladderzat; laveloos; smoordronken; stomdronken; straalbezopen; zat

Related Words for "toeter":


Wiktionary Translations for toeter:

toeter
noun
  1. Celui qui avertir.
  2. trad-trier

Cross Translation:
FromToVia
toeter klaxon horn — loud alarm, especially on a motor vehicle
toeter bite; paf; pine; queue; vit; zob prick — (slang) a penis
toeter klaxon Hupe — Gegenstand zum Erzeugen eines Warn- oder Signaltones; Signalhorn, Rufhorn

toeter form of toeteren:

toeteren verbe (toeter, toetert, toeterde, toeterden, getoeterd)

  1. toeteren (claxonneren)
    klaxonner
    • klaxonner verbe (klaxonne, klaxonnes, klaxonnons, klaxonnez, )

Conjugations for toeteren:

o.t.t.
  1. toeter
  2. toetert
  3. toetert
  4. toeteren
  5. toeteren
  6. toeteren
o.v.t.
  1. toeterde
  2. toeterde
  3. toeterde
  4. toeterden
  5. toeterden
  6. toeterden
v.t.t.
  1. heb getoeterd
  2. hebt getoeterd
  3. heeft getoeterd
  4. hebben getoeterd
  5. hebben getoeterd
  6. hebben getoeterd
v.v.t.
  1. had getoeterd
  2. had getoeterd
  3. had getoeterd
  4. hadden getoeterd
  5. hadden getoeterd
  6. hadden getoeterd
o.t.t.t.
  1. zal toeteren
  2. zult toeteren
  3. zal toeteren
  4. zullen toeteren
  5. zullen toeteren
  6. zullen toeteren
o.v.t.t.
  1. zou toeteren
  2. zou toeteren
  3. zou toeteren
  4. zouden toeteren
  5. zouden toeteren
  6. zouden toeteren
en verder
  1. ben getoeterd
  2. bent getoeterd
  3. is getoeterd
  4. zijn getoeterd
  5. zijn getoeterd
  6. zijn getoeterd
diversen
  1. toeter!
  2. toetert!
  3. getoeterd
  4. toeterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for toeteren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
klaxonner claxonneren; toeteren

Related Words for "toeteren":