Dutch
Detailed Translations for uitgevoerd from Dutch to French
uitgevoerd:
-
uitgevoerd (verricht)
-
uitgevoerd (geëxporteerd)
Translation Matrix for uitgevoerd:
Noun | Related Translations | Other Translations |
fait | aangelegenheid; actie; affaire; aktie; casus; daad; evenement; feit; gebeurtenis; geval; handeling; incident; kwestie; voorval; zaak | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
accompli | uitgevoerd; verricht | af; beëindigd; doorgekneed; gedaan; gereed; klaar; volbracht; voleindigd; volleerd; voltrokken |
conclus | uitgevoerd; verricht | |
effectué | uitgevoerd; verricht | af; bewerkstelligd; beëindigd; gedaan; gereed; klaar; volbracht |
exporté | geëxporteerd; uitgevoerd | |
exécuté | uitgevoerd; verricht | af; afgedaan; afgelopen; beëindigd; doodgeschoten; doorgevoerd; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; geëxecuteerd; klaar; over; uit; voltooid; voltrokken; voorbij |
fait | uitgevoerd; verricht | af; afgedaan; afgelopen; beëindigd; doorgekookt; gaar; geboren; gecreëerd; gedaan; gemaakt; gepleegd; geproduceerd; gereed; geschapen; gevormd; geëindigd; klaar; over; ter wereld gekomen; uit; vervaardigd; volbracht; voltooid; voltrokken; voorbij |
uitgevoerd form of uitvoeren:
-
uitvoeren (doen; verrichten; handelen; uitrichten)
faire; accomplir; exécuter; réaliser; s'acquitter de-
faire verbe (fais, fait, faisons, faites, font, faisais, faisait, faisions, faisiez, faisaient, fis, fit, fîmes, fîtes, firent, ferai, feras, fera, ferons, ferez, feront)
-
accomplir verbe (accomplis, accomplit, accomplissons, accomplissez, accomplissent, accomplissais, accomplissait, accomplissions, accomplissiez, accomplissaient, accomplîmes, accomplîtes, accomplirent, accomplirai, accompliras, accomplira, accomplirons, accomplirez, accompliront)
-
exécuter verbe (exécute, exécutes, exécutons, exécutez, exécutent, exécutais, exécutait, exécutions, exécutiez, exécutaient, exécutai, exécutas, exécuta, exécutâmes, exécutâtes, exécutèrent, exécuterai, exécuteras, exécutera, exécuterons, exécuterez, exécuteront)
-
réaliser verbe (réalise, réalises, réalisons, réalisez, réalisent, réalisais, réalisait, réalisions, réalisiez, réalisaient, réalisai, réalisas, réalisa, réalisâmes, réalisâtes, réalisèrent, réaliserai, réaliseras, réalisera, réaliserons, réaliserez, réaliseront)
-
s'acquitter de verbe
-
-
uitvoeren (exporteren)
-
uitvoeren
Conjugations for uitvoeren:
o.t.t.
- voer uit
- voert uit
- voert uit
- voeren uit
- voeren uit
- voeren uit
o.v.t.
- voerde uit
- voerde uit
- voerde uit
- voerden uit
- voerden uit
- voerden uit
v.t.t.
- heb uitgevoerd
- hebt uitgevoerd
- heeft uitgevoerd
- hebben uitgevoerd
- hebben uitgevoerd
- hebben uitgevoerd
v.v.t.
- had uitgevoerd
- had uitgevoerd
- had uitgevoerd
- hadden uitgevoerd
- hadden uitgevoerd
- hadden uitgevoerd
o.t.t.t.
- zal uitvoeren
- zult uitvoeren
- zal uitvoeren
- zullen uitvoeren
- zullen uitvoeren
- zullen uitvoeren
o.v.t.t.
- zou uitvoeren
- zou uitvoeren
- zou uitvoeren
- zouden uitvoeren
- zouden uitvoeren
- zouden uitvoeren
en verder
- ben uitgevoerd
- bent uitgevoerd
- is uitgevoerd
- zijn uitgevoerd
- zijn uitgevoerd
- zijn uitgevoerd
diversen
- voer uit!
- voert uit!
- uitgevoerd
- uitvoerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
het uitvoeren (tenuitvoerlegging; uitvoering; executie; volbrengen; voltrekking)
Translation Matrix for uitvoeren:
Synonyms for "uitvoeren":
Related Definitions for "uitvoeren":
Wiktionary Translations for uitvoeren:
uitvoeren
Cross Translation:
verb
-
achever entièrement.
-
rendre stable.
-
bâtir, élever, avec de la pierre, du bois, du métal, etc., d’après un plan déterminé.
-
exécuter ou faire exécuter certains ouvrages suivant les procédés d’un art mécanique, en atelier ou en usine.
-
Traductions à trier suivant le sens.
-
accomplir une œuvre, produire un effet.
-
placer, mettre sur quelque chose.
- poser → poseren; zitten; leggen; steken; plaatsen; stellen; stoppen; zetten; doen; situeren; stationeren; aanleggen; bouwen; construeren; fitten; installeren; maken; aanmaken; bedrijven; uitbrengen; uitrichten; uitvoeren
-
présenter de nouveau.
-
construire
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• uitvoeren | → exécuter | ↔ execute — To start, launch or run software |
• uitvoeren | → réaliser | ↔ ausführen — transitiv: so handeln, dass dadurch eine Anweisung befolgt wird; auftragsgemäß durchführen |
External Machine Translations: