Dutch

Detailed Translations for verknippen from Dutch to French

verknippen:

verknippen verbe (verknip, verknipt, verknipte, verknipten, verknipt)

  1. verknippen (versnipperen; snipperen)
    fragmenter; morceler; couper en petits morceaux
    • fragmenter verbe
    • morceler verbe (morcelle, morcelles, morcelons, morcelez, )
  2. verknippen (fout knippen; versnijden)

Conjugations for verknippen:

o.t.t.
  1. verknip
  2. verknipt
  3. verknipt
  4. verknippen
  5. verknippen
  6. verknippen
o.v.t.
  1. verknipte
  2. verknipte
  3. verknipte
  4. verknipten
  5. verknipten
  6. verknipten
v.t.t.
  1. heb verknipt
  2. hebt verknipt
  3. heeft verknipt
  4. hebben verknipt
  5. hebben verknipt
  6. hebben verknipt
v.v.t.
  1. had verknipt
  2. had verknipt
  3. had verknipt
  4. hadden verknipt
  5. hadden verknipt
  6. hadden verknipt
o.t.t.t.
  1. zal verknippen
  2. zult verknippen
  3. zal verknippen
  4. zullen verknippen
  5. zullen verknippen
  6. zullen verknippen
o.v.t.t.
  1. zou verknippen
  2. zou verknippen
  3. zou verknippen
  4. zouden verknippen
  5. zouden verknippen
  6. zouden verknippen
diversen
  1. verknip!
  2. verknipt!
  3. verknipt
  4. verknippend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verknippen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
abîmer en coupant fout knippen; verknippen; versnijden
couper en petits morceaux snipperen; verknippen; versnipperen
fragmenter snipperen; verknippen; versnipperen
gâcher en coupant fout knippen; verknippen; versnijden
morceler snipperen; verknippen; versnipperen brokkelen; kruimelen