Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. verkreukelen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for verkreukelen from Dutch to French

verkreukelen:

verkreukelen verbe (verkreukel, verkreukelt, verkreukelde, verkreukelden, verkreukeld)

  1. verkreukelen (verfrommelen; kreukelen)
    chiffonner; froisser; se plisser; plisser; se froisser; se chiffonner
    • chiffonner verbe (chiffonne, chiffonnes, chiffonnons, chiffonnez, )
    • froisser verbe (froisse, froisses, froissons, froissez, )
    • se plisser verbe
    • plisser verbe (plisse, plisses, plissons, plissez, )
    • se froisser verbe

Conjugations for verkreukelen:

o.t.t.
  1. verkreukel
  2. verkreukelt
  3. verkreukelt
  4. verkreukelen
  5. verkreukelen
  6. verkreukelen
o.v.t.
  1. verkreukelde
  2. verkreukelde
  3. verkreukelde
  4. verkreukelden
  5. verkreukelden
  6. verkreukelden
v.t.t.
  1. heb verkreukeld
  2. hebt verkreukeld
  3. heeft verkreukeld
  4. hebben verkreukeld
  5. hebben verkreukeld
  6. hebben verkreukeld
v.v.t.
  1. had verkreukeld
  2. had verkreukeld
  3. had verkreukeld
  4. hadden verkreukeld
  5. hadden verkreukeld
  6. hadden verkreukeld
o.t.t.t.
  1. zal verkreukelen
  2. zult verkreukelen
  3. zal verkreukelen
  4. zullen verkreukelen
  5. zullen verkreukelen
  6. zullen verkreukelen
o.v.t.t.
  1. zou verkreukelen
  2. zou verkreukelen
  3. zou verkreukelen
  4. zouden verkreukelen
  5. zouden verkreukelen
  6. zouden verkreukelen
diversen
  1. verkreukel!
  2. verkreukelt!
  3. verkreukeld
  4. verkreukelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verkreukelen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
chiffonner kreukelen; verfrommelen; verkreukelen kreuken; rimpelen
froisser kreukelen; verfrommelen; verkreukelen belasteren; grieven; krenken; kreuken; kwaadspreken; kwetsen; lasteren; opfrommelen; pijn bezorgen; pijn doen; rimpelen; ruisen; smaden; suizelen; suizen; verwonden; zeer doen
plisser kreukelen; verfrommelen; verkreukelen rimpelen
se chiffonner kreukelen; verfrommelen; verkreukelen kreuken; rimpelen
se froisser kreukelen; verfrommelen; verkreukelen knisperen; kreuken; rimpelen; ritselen
se plisser kreukelen; verfrommelen; verkreukelen rimpelen

Wiktionary Translations for verkreukelen:

verkreukelen
Cross Translation:
FromToVia
verkreukelen froisser rumple — to make wrinkled