Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. volgepropt:
  2. volproppen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for volgepropt from Dutch to French

volgepropt:

volgepropt adj

  1. volgepropt

Translation Matrix for volgepropt:

NounRelated TranslationsOther Translations
farci opvulsel; vulling; vulsel; vulstof
ModifierRelated TranslationsOther Translations
bourré volgepropt afgeladen; beschonken; bezopen; bomvol; dronken; gevuld; knalvol; ladderzat; laveloos; opgevuld; overvol; propvol; smoordronken; stampvol; stomdroken; stomdronken; straalbezopen; tjokvol; toeter; vol; volgestopt; zat
farci volgepropt opgevuld; volgestopt
gavé volgepropt

Related Words for "volgepropt":

  • volgepropte

volgepropt form of volproppen:

volproppen verbe (prop vol, propt vol, propte vol, propten vol, volgepropt)

  1. volproppen (volvreten; volstoppen; voleten; volschransen)
    bourrer; s'empiffrer
    • bourrer verbe (bourre, bourres, bourrons, bourrez, )
    • s'empiffrer verbe

Conjugations for volproppen:

o.t.t.
  1. prop vol
  2. propt vol
  3. propt vol
  4. proppen vol
  5. proppen vol
  6. proppen vol
o.v.t.
  1. propte vol
  2. propte vol
  3. propte vol
  4. propten vol
  5. propten vol
  6. propten vol
v.t.t.
  1. heb volgepropt
  2. hebt volgepropt
  3. heeft volgepropt
  4. hebben volgepropt
  5. hebben volgepropt
  6. hebben volgepropt
v.v.t.
  1. had volgepropt
  2. had volgepropt
  3. had volgepropt
  4. hadden volgepropt
  5. hadden volgepropt
  6. hadden volgepropt
o.t.t.t.
  1. zal volproppen
  2. zult volproppen
  3. zal volproppen
  4. zullen volproppen
  5. zullen volproppen
  6. zullen volproppen
o.v.t.t.
  1. zou volproppen
  2. zou volproppen
  3. zou volproppen
  4. zouden volproppen
  5. zouden volproppen
  6. zouden volproppen
diversen
  1. prop vol!
  2. propt vol!
  3. volgepropt
  4. volproppen
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for volproppen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
bourrer voleten; volproppen; volschransen; volstoppen; volvreten farceren; ineen duwen; opvullen; proppen; volmaken; volplempen; volpompen; volschenken; volstorten; vullen
s'empiffrer voleten; volproppen; volschransen; volstoppen; volvreten binnenkrijgen; brassen; opslokken; schransen; slempen; vreten; zwelgen

Wiktionary Translations for volproppen:


Cross Translation:
FromToVia
volproppen bourrer; ficher; foutre; emmancher; fourrer cram — to press, force, or drive, particularly in filling, or in thrusting one thing into another