Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. vrijkopen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for vrijkopen from Dutch to French

vrijkopen:

vrijkopen verbe (koop vrij, koopt vrij, kocht vrij, kochten vrij, vrijgekocht)

  1. vrijkopen (losgeld betalen; loskopen)
    payer une rançon; rédimer
    • rédimer verbe (rédime, rédimes, rédimons, rédimez, )

Conjugations for vrijkopen:

o.t.t.
  1. koop vrij
  2. koopt vrij
  3. koopt vrij
  4. kopen vrij
  5. kopen vrij
  6. kopen vrij
o.v.t.
  1. kocht vrij
  2. kocht vrij
  3. kocht vrij
  4. kochten vrij
  5. kochten vrij
  6. kochten vrij
v.t.t.
  1. heb vrijgekocht
  2. hebt vrijgekocht
  3. heeft vrijgekocht
  4. hebben vrijgekocht
  5. hebben vrijgekocht
  6. hebben vrijgekocht
v.v.t.
  1. had vrijgekocht
  2. had vrijgekocht
  3. had vrijgekocht
  4. hadden vrijgekocht
  5. hadden vrijgekocht
  6. hadden vrijgekocht
o.t.t.t.
  1. zal vrijkopen
  2. zult vrijkopen
  3. zal vrijkopen
  4. zullen vrijkopen
  5. zullen vrijkopen
  6. zullen vrijkopen
o.v.t.t.
  1. zou vrijkopen
  2. zou vrijkopen
  3. zou vrijkopen
  4. zouden vrijkopen
  5. zouden vrijkopen
  6. zouden vrijkopen
diversen
  1. koop vrij!
  2. koopt vrij!
  3. vrijgekocht
  4. vrijkopend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for vrijkopen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
payer une rançon losgeld betalen; loskopen; vrijkopen
rédimer losgeld betalen; loskopen; vrijkopen

Wiktionary Translations for vrijkopen:

vrijkopen
verb
  1. acheter ce qu’on a vendre ou ce qui a été vendu.