Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. water afvoeren:


Dutch

Detailed Translations for water afvoeren from Dutch to French

water afvoeren:

water afvoeren verbe

  1. water afvoeren (water lozen; spuien; uitwateren)
    dérouler; écouler; déverser; faire écouler l'eau
    • dérouler verbe (déroule, déroules, déroulons, déroulez, )
    • écouler verbe (écoule, écoules, écoulons, écoulez, )
    • déverser verbe (déverse, déverses, déversons, déversez, )

Translation Matrix for water afvoeren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
dérouler spuien; uitwateren; water afvoeren; water lozen afrollen; afwenden; afwentelen; afwinden; ontrollen; ontvouwen; openrollen; openspreiden; openvouwen; uitklappen; uitrollen; uitslaan; uitspreiden; uitvouwen
déverser spuien; uitwateren; water afvoeren; water lozen afrollen; afscheiden; afvoeren; doen wegvloeien; gieten; ledigen; leeggieten; leegmaken; leegstorten; lozen; ontrollen; overhevelen; overtappen; schenken; uit de weg gaan; uitgieten; uitrollen; uitscheiden; uitschenken; uitstorten; uitstoten; uitwerpen; uitwijken
faire écouler l'eau spuien; uitwateren; water afvoeren; water lozen
écouler spuien; uitwateren; water afvoeren; water lozen aftappen; afvoeren; doen wegvloeien; tappen; wegebben

External Machine Translations:

Related Translations for water afvoeren