Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. zich bezighouden met:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for zich bezighouden met from Dutch to French

zich bezighouden met:

zich bezighouden met verbe

  1. zich bezighouden met
    pratiquer; s'occuper de
    • pratiquer verbe (pratique, pratiques, pratiquons, pratiquez, )
    • s'occuper de verbe

Translation Matrix for zich bezighouden met:

NounRelated TranslationsOther Translations
pratiquer dokteren; oplappen
VerbRelated TranslationsOther Translations
pratiquer zich bezighouden met beoefenen; praktiseren; sport uitoefenen; uitoefenen
s'occuper de zich bezighouden met aan tafel bedienen; bedienen; handelen; inlaten; knoppen bedienen; leven; manipuleren; opdienen; opdissen; opereren; optreden; procederen; te doen hebben; te werk gaan; voorzetten; werken

Wiktionary Translations for zich bezighouden met:


Cross Translation:
FromToVia
zich bezighouden met traiter handle — to take care of, with the hands
zich bezighouden met → s'occuper de; traiter handle — to deal with; to make a business of

External Machine Translations:

Related Translations for zich bezighouden met