Summary


Dutch

Detailed Translations for zuur opbreken from Dutch to French

zuur opbreken:

zuur opbreken verbe

  1. zuur opbreken (opbreken)
    supprimer; subdiviser; se désagréger; avoir de l'acide gastrique
    • supprimer verbe (supprime, supprimes, supprimons, supprimez, )
    • subdiviser verbe (subdivise, subdivises, subdivisons, subdivisez, )

Translation Matrix for zuur opbreken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
avoir de l'acide gastrique opbreken; zuur opbreken
se désagréger opbreken; zuur opbreken afbreken; breken; in elkaar storten; neerhalen; omverhalen; slopen; ten gronde gaan; uit elkaar halen
subdiviser opbreken; zuur opbreken delen; gaan; heengaan; onderverdelen; opbreken; opdelen; opsplitsen; opstappen; splitsen; vertrekken; weggaan
supprimer opbreken; zuur opbreken afbestellen; afbreken; afgelasten; afkrijgen; afmaken; afronden; afschaffen; afschrijven; afwerken; afzeggen; annuleren; beëindigen; breken; completeren; doden; doodmaken; doodslaan; een einde maken aan; intrekken; klaarkrijgen; klaarmaken; liquideren; neerhalen; nietig verklaren; nullificeren; ombrengen; omverhalen; ondervangen; opdoeken; opheffen; slopen; teniet doen; uit elkaar halen; uitroeien; van kant maken; verijdelen; vermoorden; vernietigen; verwijderen; volbrengen; volmaken; voltooien

External Machine Translations:

Related Translations for zuur opbreken