Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. aanpunten:


Dutch

Detailed Synonyms for aanpunten in Dutch

aanpunten:

aanpunten verbe (punt aan, puntte aan, puntten aan, aangepunt)

  1. aanpunten
    aanpunten
    • aanpunten verbe (punt aan, puntte aan, puntten aan, aangepunt)
  2. aanpunten
    punten; aanpunten
    • punten verbe
    • aanpunten verbe (punt aan, puntte aan, puntten aan, aangepunt)

Conjugations for aanpunten:

o.t.t.
  1. punt aan
  2. punt aan
  3. punt aan
  4. punten aan
  5. punten aan
  6. punten aan
o.v.t.
  1. puntte aan
  2. puntte aan
  3. puntte aan
  4. puntten aan
  5. puntten aan
  6. puntten aan
v.t.t.
  1. heb aangepunt
  2. hebt aangepunt
  3. heeft aangepunt
  4. hebben aangepunt
  5. hebben aangepunt
  6. hebben aangepunt
v.v.t.
  1. had aangepunt
  2. had aangepunt
  3. had aangepunt
  4. hadden aangepunt
  5. hadden aangepunt
  6. hadden aangepunt
o.t.t.t.
  1. zal aanpunten
  2. zult aanpunten
  3. zal aanpunten
  4. zullen aanpunten
  5. zullen aanpunten
  6. zullen aanpunten
o.v.t.t.
  1. zou aanpunten
  2. zou aanpunten
  3. zou aanpunten
  4. zouden aanpunten
  5. zouden aanpunten
  6. zouden aanpunten
diversen
  1. punt aan!
  2. punt aan!
  3. aangepunt
  4. aanpuntende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze