Dutch
Detailed Synonyms for absorberen in Dutch
absorberen:
-
absorberen
-
absorberen
Conjugations for absorberen:
o.t.t.
- absorbeer
- absorbeert
- absorbeert
- absorberen
- absorberen
- absorberen
o.v.t.
- absorbeerde
- absorbeerde
- absorbeerde
- absorbeerden
- absorbeerden
- absorbeerden
v.t.t.
- heb geabsorbeerd
- hebt geabsorbeerd
- heeft geabsorbeerd
- hebben geabsorbeerd
- hebben geabsorbeerd
- hebben geabsorbeerd
v.v.t.
- had geabsorbeerd
- had geabsorbeerd
- had geabsorbeerd
- hadden geabsorbeerd
- hadden geabsorbeerd
- hadden geabsorbeerd
o.t.t.t.
- zal absorberen
- zult absorberen
- zal absorberen
- zullen absorberen
- zullen absorberen
- zullen absorberen
o.v.t.t.
- zou absorberen
- zou absorberen
- zou absorberen
- zouden absorberen
- zouden absorberen
- zouden absorberen
diversen
- absorbeer!
- absorbeert!
- geabsorbeerd
- absorberende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze