Home ->Dictionaries ->Dutch/Dutch ->Translate afkoelen

Synonyms for "afkoelen" in Dutch

Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. afkoelen:

Dutch

Detailed Synonyms for afkoelen in Dutch

afkoelen:

afkoelen verbe (koel af, koelt af, koelde af, koelden af, afgekoeld)

  1. afkoelen
    afkoelen; koel worden
    • afkoelen verbe (koel af, koelt af, koelde af, koelden af, afgekoeld)
    • koel worden verbe (word koel, wordt koel, werd koel, werden koel, koel geworden)
  2. afkoelen
    verkoelen; koelen; verkillen; afkoelen
    • verkoelen verbe (verkoel, verkoelt, verkoelde, verkoelden, verkoeld)
    • koelen verbe (koel, koelt, koelde, koelden, gekoeld)
    • verkillen verbe (verkil, verkilt, verkilde, verkilden, verkild)
    • afkoelen verbe (koel af, koelt af, koelde af, koelden af, afgekoeld)

Conjugations for afkoelen:

o.t.t.
  1. koel af
  2. koelt af
  3. koelt af
  4. koelen af
  5. koelen af
  6. koelen af
o.v.t.
  1. koelde af
  2. koelde af
  3. koelde af
  4. koelden af
  5. koelden af
  6. koelden af
v.t.t.
  1. ben afgekoeld
  2. bent afgekoeld
  3. is afgekoeld
  4. zijn afgekoeld
  5. zijn afgekoeld
  6. zijn afgekoeld
v.v.t.
  1. was afgekoeld
  2. was afgekoeld
  3. was afgekoeld
  4. waren afgekoeld
  5. waren afgekoeld
  6. waren afgekoeld
o.t.t.t.
  1. zal afkoelen
  2. zult afkoelen
  3. zal afkoelen
  4. zullen afkoelen
  5. zullen afkoelen
  6. zullen afkoelen
o.v.t.t.
  1. zou afkoelen
  2. zou afkoelen
  3. zou afkoelen
  4. zouden afkoelen
  5. zouden afkoelen
  6. zouden afkoelen
diversen
  1. koel af!
  2. koelt af!
  5. afgekoeld
  6. afkoelende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

afkoelen [znw.] nom

  1. afkoelen
    afkoelen; verkoelen







Your free, fast, and simple translation dictionary

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Page served in 0.0420 seconds
Page rendered in 1.0 seconds