Home ->Dictionaries ->Dutch/Dutch ->Translate afplukken

Synonyms for "afplukken" in Dutch

Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. afplukken:

Dutch

Detailed Synonyms for afplukken in Dutch

afplukken:

afplukken verbe (pluk af, plukt af, plukte af, plukten af, afgeplukt)

  1. afplukken
    plukken; afplukken
    • plukken verbe (pluk, plukt, plukte, plukten, geplukt)
    • afplukken verbe (pluk af, plukt af, plukte af, plukten af, afgeplukt)
  2. afplukken
    afplukken
    • afplukken verbe (pluk af, plukt af, plukte af, plukten af, afgeplukt)

Conjugations for afplukken:

o.t.t.
  1. pluk af
  2. plukt af
  3. plukt af
  4. plukken af
  5. plukken af
  6. plukken af
o.v.t.
  1. plukte af
  2. plukte af
  3. plukte af
  4. plukten af
  5. plukten af
  6. plukten af
v.t.t.
  1. heb afgeplukt
  2. hebt afgeplukt
  3. heeft afgeplukt
  4. hebben afgeplukt
  5. hebben afgeplukt
  6. hebben afgeplukt
v.v.t.
  1. had afgeplukt
  2. had afgeplukt
  3. had afgeplukt
  4. hadden afgeplukt
  5. hadden afgeplukt
  6. hadden afgeplukt
o.t.t.t.
  1. zal afplukken
  2. zult afplukken
  3. zal afplukken
  4. zullen afplukken
  5. zullen afplukken
  6. zullen afplukken
o.v.t.t.
  1. zou afplukken
  2. zou afplukken
  3. zou afplukken
  4. zouden afplukken
  5. zouden afplukken
  6. zouden afplukken
diversen
  1. pluk af!
  2. plukt af!
  5. afgeplukt
  6. afplukkende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze







Your free, fast, and simple translation dictionary

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Page served in 0.0120 seconds
Page rendered in 1.0 seconds