Dutch
Detailed Synonyms for alleen in Dutch
alleen:
-
alleen
uitsluitend; alleen; exclusief; enkel; enig-
uitsluitend adj
-
alleen adj
-
exclusief adj
-
enkel adj
-
enig adj
-
-
alleen
– maar, echter 1 -
alleen
– slechts, enkel 1 -
alleen
– zonder anderen, in je eentje 1