Home
Dictionaries
Word Fun
About
Feedback
In Nederlands
Home
->
Dictionaries
->
Dutch/Dutch
->Translate autoriteit
Synonyms for "
autoriteit
" in Dutch
Search
Remove Ads
Summary
Dutch Synonyms:
more detail...
autoriteit:
autoriteit
;
instantie
;
gezagsorgaan
;
heerschappij
;
gezag
;
macht
;
deskundige
;
specialist
Dutch
Detailed Synonyms for
autoriteit
in Dutch
autoriteit:
autoriteit
[
de ~ (v)
]
nom
de autoriteit
de
autoriteit
;
de
instantie
;
het
gezagsorgaan
autoriteit
[
de ~ (v)
]
nom
instantie
[
de ~ (v)
]
nom
gezagsorgaan
[
het ~
]
nom
de autoriteit
de
heerschappij
;
de
autoriteit
;
het
gezag
;
de
macht
heerschappij
[
de ~ (v)
]
nom
autoriteit
[
de ~ (v)
]
nom
gezag
[
het ~
]
nom
macht
[
de ~
]
nom
de autoriteit
– wie ergens veel van af weet
1
de
deskundige
;
de
specialist
;
de
autoriteit
– wie ergens veel van af weet
1
deskundige
[
de ~
]
nom
hij is deskundig op het gebied van computers
1
specialist
[
de ~ (m)
]
nom
deze specialist weet alles van hart en bloedvaten
1
autoriteit
[
de ~ (v)
]
nom
Peter Post is een autoriteit op het gebied van wielrennen
1
de autoriteit
– wie iets te zeggen heeft over andere mensen
1
het
gezag
;
de
autoriteit
– wie iets te zeggen heeft over andere mensen
1
gezag
[
het ~
]
nom
hij heeft gezag, want iedereen luistert naar hem
1
autoriteit
[
de ~ (v)
]
nom
de plaatselijke autoriteiten bepalen dat de winkels langer open blijven
1
Related Words for "autoriteit":
autoriteiten
Alternate Synonyms for "autoriteit":
deskundige
;
specialist
gezag
;
gezaghebber
Related Definitions for "autoriteit":
wie ergens veel van af weet
1
Peter Post is een autoriteit op het gebied van wielrennen
1
wie iets te zeggen heeft over andere mensen
1
de plaatselijke autoriteiten bepalen dat de winkels langer open blijven
1
1
Muiswerk Woordenboek
Remove Ads
Remove Ads