Dutch

Detailed Synonyms for bederf in Dutch

bederf:

bederf [het ~] nom

  1. het bederf
    het bederf; de verrotting
  2. het bederf
    de ontbinding; verrotten; vergaan; de verwording; bederven; het bederf

bederven:

bederven verbe (bederf, bederft, bedierf, bedierven, bedorven)

  1. bederven
    bederven; vergaan; rotten; verrotten; wegrotten
    • bederven verbe (bederf, bederft, bedierf, bedierven, bedorven)
    • vergaan verbe (verga, vergaat, verging, vergingen, vergaan)
    • rotten verbe (rot, rotte, rotten, gerot)
    • verrotten verbe (verrot, verrotte, verrotten, verrot)
    • wegrotten verbe (rot weg, rotte weg, rotten weg, weggerot)
  2. bederven
    beschadigen; aantasten; bederven; aanvreten
    • beschadigen verbe (beschadig, beschadigt, beschadigde, beschadigden, beschadigd)
    • aantasten verbe (tast aan, tastte aan, tastten aan, aangetast)
    • bederven verbe (bederf, bederft, bedierf, bedierven, bedorven)
    • aanvreten verbe
  3. bederven
    bederven; verpesten; vergallen; verknoeien
    • bederven verbe (bederf, bederft, bedierf, bedierven, bedorven)
    • verpesten verbe (verpest, verpestte, verpestten, verpest)
    • vergallen verbe (vergal, vergalt, vergalde, vergalden, vergald)
    • verknoeien verbe (verknoei, verknoeit, verknoeide, verknoeiden, verknoeid)
  4. bederven
    verpesten; bederven; verknoeien; stukmaken; verklungelen; verzieken; verbroddelen; verknallen
    • verpesten verbe (verpest, verpestte, verpestten, verpest)
    • bederven verbe (bederf, bederft, bedierf, bedierven, bedorven)
    • verknoeien verbe (verknoei, verknoeit, verknoeide, verknoeiden, verknoeid)
    • stukmaken verbe (maak stuk, maakt stuk, maakte stuk, maakten stuk, stukgemaakt)
    • verklungelen verbe (verklungel, verklungelt, verklungelde, verklungelden, verklungeld)
    • verzieken verbe
    • verbroddelen verbe (verbroddel, verbroddelt, verbroddelde, verbroddelden, verbroddeld)
    • verknallen verbe (verknal, verknalt, verknalde, verknalden, verknald)
  5. bederven
    ruïneren; in de war sturen; bederven; verzieken; nekken
  6. bederven
    – kapot maken, beschadigen 1
    bederven
    – kapot maken, beschadigen 1
    • bederven verbe (bederf, bederft, bedierf, bedierven, bedorven)
      • de sfeer op het feest was bedorven1
  7. bederven
    – vies worden omdat het te oud is 1
    bederven
    – vies worden omdat het te oud is 1
    • bederven verbe (bederf, bederft, bedierf, bedierven, bedorven)
      • het vlees is bedorven1

Conjugations for bederven:

o.t.t.
  1. bederf
  2. bederft
  3. bederft
  4. bederven
  5. bederven
  6. bederven
o.v.t.
  1. bedierf
  2. bedierf
  3. bedierf
  4. bedierven
  5. bedierven
  6. bedierven
v.t.t.
  1. ben bedorven
  2. bent bedorven
  3. is bedorven
  4. zijn bedorven
  5. zijn bedorven
  6. zijn bedorven
v.v.t.
  1. was bedorven
  2. was bedorven
  3. was bedorven
  4. waren bedorven
  5. waren bedorven
  6. waren bedorven
o.t.t.t.
  1. zal bederven
  2. zult bederven
  3. zal bederven
  4. zullen bederven
  5. zullen bederven
  6. zullen bederven
o.v.t.t.
  1. zou bederven
  2. zou bederven
  3. zou bederven
  4. zouden bederven
  5. zouden bederven
  6. zouden bederven
diversen
  1. bederf!
  2. bederft!
  3. bedorven
  4. bedervende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

bederven [znw.] nom

  1. bederven
    de ontbinding; verrotten; vergaan; de verwording; bederven; het bederf

Related Definitions for "bederven":

  1. kapot maken, beschadigen1
    • de sfeer op het feest was bedorven1
  2. vies worden omdat het te oud is1
    • het vlees is bedorven1

Related Synonyms for bederf