Summary


Dutch

Detailed Synonyms for bediscussiëren in Dutch

bediscussiëren:

bediscussiëren verbe

  1. bediscussiëren
    bespreken; bediscussiëren; doorspreken; praten over; bepraten; doorpraten
    • bespreken verbe (bespreek, bespreekt, besprak, bespraken, besproken)
    • doorspreken verbe (spreek door, spreekt door, sprak door, spraken door, doorgesproken)
    • praten over verbe
    • bepraten verbe (bepraat, bepraatte, bepraatten, bepraat)
    • doorpraten verbe (praat door, praatte door, praatten door, doorgepraat)