Dutch
Detailed Synonyms for beetnemen in Dutch
beetnemen:
-
beetnemen
-
beetnemen
-
beetnemen
-
beetnemen
beetnemen; in het ootje nemen-
in het ootje nemen verbe (neem in het ooitje, neemt in het ooitje, nam in het ooitje, namen in het ooitje, in het ooitje genomen)
Conjugations for beetnemen:
o.t.t.
- neem beet
- neemt beet
- neemt beet
- nemen beet
- nemen beet
- nemen beet
o.v.t.
- nam beet
- nam beet
- nam beet
- namen beet
- namen beet
- namen beet
v.t.t.
- heb beetgenomen
- hebt beetgenomen
- heeft beetgenomen
- hebben beetgenomen
- hebben beetgenomen
- hebben beetgenomen
v.v.t.
- had beetgenomen
- had beetgenomen
- had beetgenomen
- hadden beetgenomen
- hadden beetgenomen
- hadden beetgenomen
o.t.t.t.
- zal beetnemen
- zult beetnemen
- zal beetnemen
- zullen beetnemen
- zullen beetnemen
- zullen beetnemen
o.v.t.t.
- zou beetnemen
- zou beetnemen
- zou beetnemen
- zouden beetnemen
- zouden beetnemen
- zouden beetnemen
diversen
- neem beet!
- neemt beet!
- beetgenomen
- beetnemende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze