Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. beheren:


Dutch

Detailed Synonyms for beheren in Dutch

beheren:

beheren verbe (beheer, beheert, beheerde, beheerden, beheerd)

  1. beheren
    beheren; besturen; administreren
    • beheren verbe (beheer, beheert, beheerde, beheerden, beheerd)
    • besturen verbe (bestuur, bestuurt, bestuurde, bestuurden, bestuurd)
    • administreren verbe (administreer, administreert, administreerde, administreerden, geadministreerd)
  2. beheren
    beheren
    • beheren verbe (beheer, beheert, beheerde, beheerden, beheerd)

Conjugations for beheren:

o.t.t.
  1. beheer
  2. beheert
  3. beheert
  4. beheren
  5. beheren
  6. beheren
o.v.t.
  1. beheerde
  2. beheerde
  3. beheerde
  4. beheerden
  5. beheerden
  6. beheerden
v.t.t.
  1. heb beheerd
  2. hebt beheerd
  3. heeft beheerd
  4. hebben beheerd
  5. hebben beheerd
  6. hebben beheerd
v.v.t.
  1. had beheerd
  2. had beheerd
  3. had beheerd
  4. hadden beheerd
  5. hadden beheerd
  6. hadden beheerd
o.t.t.t.
  1. zal beheren
  2. zult beheren
  3. zal beheren
  4. zullen beheren
  5. zullen beheren
  6. zullen beheren
o.v.t.t.
  1. zou beheren
  2. zou beheren
  3. zou beheren
  4. zouden beheren
  5. zouden beheren
  6. zouden beheren
diversen
  1. beheer!
  2. beheert!
  3. beheerd
  4. beherend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze