Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. betonen:


Dutch

Detailed Synonyms for betonen in Dutch

betonen:

betonen verbe (betoon, betoont, betoonde, betoonden, betoond)

  1. betonen
    benadrukken; beklemtonen; betonen
    • benadrukken verbe (benadruk, benadrukt, benadrukte, benadrukten, benadrukt)
    • beklemtonen verbe
    • betonen verbe (betoon, betoont, betoonde, betoonden, betoond)
  2. betonen
    betuigen; betonen
    • betuigen verbe (betuig, betuigt, betuigde, betuigden, betuigd)
    • betonen verbe (betoon, betoont, betoonde, betoonden, betoond)

Conjugations for betonen:

o.t.t.
  1. betoon
  2. betoont
  3. betoont
  4. betonen
  5. betonen
  6. betonen
o.v.t.
  1. betoonde
  2. betoonde
  3. betoonde
  4. betoonden
  5. betoonden
  6. betoonden
v.t.t.
  1. heb betoond
  2. hebt betoond
  3. heeft betoond
  4. hebben betoond
  5. hebben betoond
  6. hebben betoond
v.v.t.
  1. had betoond
  2. had betoond
  3. had betoond
  4. hadden betoond
  5. hadden betoond
  6. hadden betoond
o.t.t.t.
  1. zal betonen
  2. zult betonen
  3. zal betonen
  4. zullen betonen
  5. zullen betonen
  6. zullen betonen
o.v.t.t.
  1. zou betonen
  2. zou betonen
  3. zou betonen
  4. zouden betonen
  5. zouden betonen
  6. zouden betonen
diversen
  1. betoon!
  2. betoont!
  3. betoond
  4. betonend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze