Dutch
Detailed Synonyms for blokkeren in Dutch
blokkeren:
-
blokkeren
-
blokkeren
Conjugations for blokkeren:
o.t.t.
- blokkeer
- blokkeert
- blokkeert
- blokkeren
- blokkeren
- blokkeren
o.v.t.
- blokkeerde
- blokkeerde
- blokkeerde
- blokkeerden
- blokkeerden
- blokkeerden
v.t.t.
- heb geblokkeerd
- hebt geblokkeerd
- heeft geblokkeerd
- hebben geblokkeerd
- hebben geblokkeerd
- hebben geblokkeerd
v.v.t.
- had geblokkeerd
- had geblokkeerd
- had geblokkeerd
- hadden geblokkeerd
- hadden geblokkeerd
- hadden geblokkeerd
o.t.t.t.
- zal blokkeren
- zult blokkeren
- zal blokkeren
- zullen blokkeren
- zullen blokkeren
- zullen blokkeren
o.v.t.t.
- zou blokkeren
- zou blokkeren
- zou blokkeren
- zouden blokkeren
- zouden blokkeren
- zouden blokkeren
en verder
- ben geblokkeerd
- bent geblokkeerd
- is geblokkeerd
- zijn geblokkeerd
- zijn geblokkeerd
- zijn geblokkeerd
diversen
- blokkeer!
- blokkeert!
- geblokkeerd
- blokkerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze