Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. centraliseren:


Dutch

Detailed Synonyms for centraliseren in Dutch

centraliseren:

centraliseren verbe (centraliseer, centraliseert, centraliseerde, centraliseerden, gecentraliseerd)

  1. centraliseren
    centraliseren
    • centraliseren verbe (centraliseer, centraliseert, centraliseerde, centraliseerden, gecentraliseerd)

Conjugations for centraliseren:

o.t.t.
  1. centraliseer
  2. centraliseert
  3. centraliseert
  4. centraliseren
  5. centraliseren
  6. centraliseren
o.v.t.
  1. centraliseerde
  2. centraliseerde
  3. centraliseerde
  4. centraliseerden
  5. centraliseerden
  6. centraliseerden
v.t.t.
  1. heb gecentraliseerd
  2. hebt gecentraliseerd
  3. heeft gecentraliseerd
  4. hebben gecentraliseerd
  5. hebben gecentraliseerd
  6. hebben gecentraliseerd
v.v.t.
  1. had gecentraliseerd
  2. had gecentraliseerd
  3. had gecentraliseerd
  4. hadden gecentraliseerd
  5. hadden gecentraliseerd
  6. hadden gecentraliseerd
o.t.t.t.
  1. zal centraliseren
  2. zult centraliseren
  3. zal centraliseren
  4. zullen centraliseren
  5. zullen centraliseren
  6. zullen centraliseren
o.v.t.t.
  1. zou centraliseren
  2. zou centraliseren
  3. zou centraliseren
  4. zouden centraliseren
  5. zouden centraliseren
  6. zouden centraliseren
en verder
  1. ben gecentraliseerd
  2. bent gecentraliseerd
  3. is gecentraliseerd
  4. zijn gecentraliseerd
  5. zijn gecentraliseerd
  6. zijn gecentraliseerd
diversen
  1. centraliseer!
  2. centraliseert!
  3. gecentraliseerd
  4. centraliserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze