Home ->Dictionaries ->Dutch/Dutch ->Translate coderen

Synonyms for "coderen" in Dutch

Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. coderen:

Dutch

Detailed Synonyms for coderen in Dutch

coderen:

coderen verbe (codeer, codeert, codeerde, codeerden, gecodeerd)

  1. coderen
    coderen
    • coderen verbe (codeer, codeert, codeerde, codeerden, gecodeerd)

Conjugations for coderen:

o.t.t.
  1. codeer
  2. codeert
  3. codeert
  4. coderen
  5. coderen
  6. coderen
o.v.t.
  1. codeerde
  2. codeerde
  3. codeerde
  4. codeerden
  5. codeerden
  6. codeerden
v.t.t.
  1. heb gecodeerd
  2. hebt gecodeerd
  3. heeft gecodeerd
  4. hebben gecodeerd
  5. hebben gecodeerd
  6. hebben gecodeerd
v.v.t.
  1. had gecodeerd
  2. had gecodeerd
  3. had gecodeerd
  4. hadden gecodeerd
  5. hadden gecodeerd
  6. hadden gecodeerd
o.t.t.t.
  1. zal coderen
  2. zult coderen
  3. zal coderen
  4. zullen coderen
  5. zullen coderen
  6. zullen coderen
o.v.t.t.
  1. zou coderen
  2. zou coderen
  3. zou coderen
  4. zouden coderen
  5. zouden coderen
  6. zouden coderen
en verder
  3. is gecodeerd
  6. zijn gecodeerd
diversen
  1. codeer!
  2. codeert!
  5. gecodeerd
  6. coderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

coderen [znw.] nom

  1. coderen
    coderen; de codering







Your free, fast, and simple translation dictionary

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Page served in 0.0126 seconds
Page rendered in 1.0 seconds