Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. defloreren:


Dutch

Detailed Synonyms for defloreren in Dutch

defloreren:

defloreren verbe (defloreer, defloreert, defloreerde, defloreerden, gedefloreerd)

  1. defloreren
    defloreren; ontmaagden
    • defloreren verbe (defloreer, defloreert, defloreerde, defloreerden, gedefloreerd)
    • ontmaagden verbe (ontmaagd, ontmaagdt, ontmaagde, ontmaagden, ontmaagd)

Conjugations for defloreren:

o.t.t.
  1. defloreer
  2. defloreert
  3. defloreert
  4. defloreren
  5. defloreren
  6. defloreren
o.v.t.
  1. defloreerde
  2. defloreerde
  3. defloreerde
  4. defloreerden
  5. defloreerden
  6. defloreerden
v.t.t.
  1. heb gedefloreerd
  2. hebt gedefloreerd
  3. heeft gedefloreerd
  4. hebben gedefloreerd
  5. hebben gedefloreerd
  6. hebben gedefloreerd
v.v.t.
  1. had gedefloreerd
  2. had gedefloreerd
  3. had gedefloreerd
  4. hadden gedefloreerd
  5. hadden gedefloreerd
  6. hadden gedefloreerd
o.t.t.t.
  1. zal defloreren
  2. zult defloreren
  3. zal defloreren
  4. zullen defloreren
  5. zullen defloreren
  6. zullen defloreren
o.v.t.t.
  1. zou defloreren
  2. zou defloreren
  3. zou defloreren
  4. zouden defloreren
  5. zouden defloreren
  6. zouden defloreren
diversen
  1. defloreer!
  2. defloreert!
  3. gedefloreerd
  4. deflorerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze