Summary


Dutch

Detailed Synonyms for drinken in Dutch

drinken:

drinken verbe (drink, drinkt, dronk, dronken, gedronken)

  1. drinken
    drinken; alcohol gebruiken
    • drinken verbe (drink, drinkt, dronk, dronken, gedronken)
    • alcohol gebruiken verbe (gebruik alcohol, gebruikt alcohol, gebruikte alcohol, gebruikten alcohol, alcohol gebruikt)
  2. drinken
    drinken; zuipen; borrelen
    • drinken verbe (drink, drinkt, dronk, dronken, gedronken)
    • zuipen verbe (zuip, zuipt, zoop, zopen, gezopen)
    • borrelen verbe (borrel, borrelt, borrelde, borrelden, geborreld)
  3. drinken
    – regelmatig sterke drank gebruiken 1
    drinken
    – regelmatig sterke drank gebruiken 1
    • drinken verbe (drink, drinkt, dronk, dronken, gedronken)
      • als er problemen zijn, gaat hij drinken1
  4. drinken
    – vloeistof in je mond laten lopen en doorslikken 1
    drinken
    – vloeistof in je mond laten lopen en doorslikken 1
    • drinken verbe (drink, drinkt, dronk, dronken, gedronken)
      • we drinken een glas melk1

Conjugations for drinken:

o.t.t.
  1. drink
  2. drinkt
  3. drinkt
  4. drinken
  5. drinken
  6. drinken
o.v.t.
  1. dronk
  2. dronk
  3. dronk
  4. dronken
  5. dronken
  6. dronken
v.t.t.
  1. heb gedronken
  2. hebt gedronken
  3. heeft gedronken
  4. hebben gedronken
  5. hebben gedronken
  6. hebben gedronken
v.v.t.
  1. had gedronken
  2. had gedronken
  3. had gedronken
  4. hadden gedronken
  5. hadden gedronken
  6. hadden gedronken
o.t.t.t.
  1. zal drinken
  2. zult drinken
  3. zal drinken
  4. zullen drinken
  5. zullen drinken
  6. zullen drinken
o.v.t.t.
  1. zou drinken
  2. zou drinken
  3. zou drinken
  4. zouden drinken
  5. zouden drinken
  6. zouden drinken
diversen
  1. drink!
  2. drinkt!
  3. gedronken
  4. drinkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

drinken [znw.] nom

  1. drinken
    drinken

Related Definitions for "drinken":

  1. regelmatig sterke drank gebruiken1
    • als er problemen zijn, gaat hij drinken1
  2. vloeistof in je mond laten lopen en doorslikken1
    • we drinken een glas melk1

Related Synonyms for drinken