Synonyms for "expanderen" in Dutch
Dutch
Detailed Synonyms for expanderen in Dutch
expanderen:
-
expanderen
uitbreiden;
expanderen;
verruimen;
vermeerderen;
verwijden;
uitbouwen;
verbreiden;
uitdijen;
openen
-
uitbreiden
verbe
(breid uit, breidt uit, breidde uit, breidden uit, uitgebreid)
-
-
verruimen
verbe
(verruim, verruimt, verruimde, verruimden, verruimd)
-
vermeerderen
verbe
(vermeerder, vermeerdert, vermeerderde, vermeerderden, vermeerd)
-
verwijden
verbe
(verwijd, verwijdt, verwijdde, verwijdden, verwijd)
-
uitbouwen
verbe
(bouw uit, bouwt uit, bouwde uit, bouwden uit, uit gebouwd)
-
verbreiden
verbe
(verbreid, verbreidt, verbreidde, verbreidden, verbreid)
-
uitdijen
verbe
(dij uit, dijt uit, dijde uit, dijden uit, uitgedijd)
-
openen
verbe
(open, opent, opende, openden, geopend)