Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. fileren:


Dutch

Detailed Synonyms for fileren in Dutch

fileren:

fileren verbe (fileer, fileert, fileerde, fileerden, gefileerd)

  1. fileren
    fileren
    • fileren verbe (fileer, fileert, fileerde, fileerden, gefileerd)

Conjugations for fileren:

o.t.t.
  1. fileer
  2. fileert
  3. fileert
  4. fileren
  5. fileren
  6. fileren
o.v.t.
  1. fileerde
  2. fileerde
  3. fileerde
  4. fileerden
  5. fileerden
  6. fileerden
v.t.t.
  1. heb gefileerd
  2. hebt gefileerd
  3. heeft gefileerd
  4. hebben gefileerd
  5. hebben gefileerd
  6. hebben gefileerd
v.v.t.
  1. had gefileerd
  2. had gefileerd
  3. had gefileerd
  4. hadden gefileerd
  5. hadden gefileerd
  6. hadden gefileerd
o.t.t.t.
  1. zal fileren
  2. zult fileren
  3. zal fileren
  4. zullen fileren
  5. zullen fileren
  6. zullen fileren
o.v.t.t.
  1. zou fileren
  2. zou fileren
  3. zou fileren
  4. zouden fileren
  5. zouden fileren
  6. zouden fileren
en verder
  1. is gefileerd
  2. zijn gefileerd
diversen
  1. fileer!
  2. fileert!
  3. gefileerd
  4. filerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze