Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. geëmailleerd:
  2. emailleren:


Dutch

Detailed Synonyms for geëmailleerd in Dutch

geëmailleerd:

geëmailleerd adj

  1. geëmailleerd

Related Words for "geëmailleerd":

  • geëmailleerde

emailleren:

emailleren verbe (emailleer, emailleert, emailleerde, emailleerden, geëmailleerd)

  1. emailleren
    emailleren; moffelen
    • emailleren verbe (emailleer, emailleert, emailleerde, emailleerden, geëmailleerd)
    • moffelen verbe (moffel, moffelt, moffelde, moffelden, gemoffeld)

Conjugations for emailleren:

o.t.t.
  1. emailleer
  2. emailleert
  3. emailleert
  4. emailleren
  5. emailleren
  6. emailleren
o.v.t.
  1. emailleerde
  2. emailleerde
  3. emailleerde
  4. emailleerden
  5. emailleerden
  6. emailleerden
v.t.t.
  1. heb geëmailleerd
  2. hebt geëmailleerd
  3. heeft geëmailleerd
  4. hebben geëmailleerd
  5. hebben geëmailleerd
  6. hebben geëmailleerd
v.v.t.
  1. had geëmailleerd
  2. had geëmailleerd
  3. had geëmailleerd
  4. hadden geëmailleerd
  5. hadden geëmailleerd
  6. hadden geëmailleerd
o.t.t.t.
  1. zal emailleren
  2. zult emailleren
  3. zal emailleren
  4. zullen emailleren
  5. zullen emailleren
  6. zullen emailleren
o.v.t.t.
  1. zou emailleren
  2. zou emailleren
  3. zou emailleren
  4. zouden emailleren
  5. zouden emailleren
  6. zouden emailleren
en verder
  1. is geëmailleerd
  2. zijn geëmailleerd
diversen
  1. emailleer!
  2. emailleert!
  3. geëmailleerd
  4. emaillerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze