Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. geeuwen:
  2. geeuw:


Dutch

Detailed Synonyms for geeuwen in Dutch

geeuwen:

geeuwen verbe (geeuw, geeuwt, geeuwde, geeuwden, gegeeuwd)

  1. geeuwen
    gapen; geeuwen
    • gapen verbe (gaap, gaapt, gaapte, gaapten, gegaapt)
    • geeuwen verbe (geeuw, geeuwt, geeuwde, geeuwden, gegeeuwd)

Conjugations for geeuwen:

o.t.t.
  1. geeuw
  2. geeuwt
  3. geeuwt
  4. geeuwen
  5. geeuwen
  6. geeuwen
o.v.t.
  1. geeuwde
  2. geeuwde
  3. geeuwde
  4. geeuwden
  5. geeuwden
  6. geeuwden
v.t.t.
  1. heb gegeeuwd
  2. hebt gegeeuwd
  3. heeft gegeeuwd
  4. hebben gegeeuwd
  5. hebben gegeeuwd
  6. hebben gegeeuwd
v.v.t.
  1. had gegeeuwd
  2. had gegeeuwd
  3. had gegeeuwd
  4. hadden gegeeuwd
  5. hadden gegeeuwd
  6. hadden gegeeuwd
o.t.t.t.
  1. zal geeuwen
  2. zult geeuwen
  3. zal geeuwen
  4. zullen geeuwen
  5. zullen geeuwen
  6. zullen geeuwen
o.v.t.t.
  1. zou geeuwen
  2. zou geeuwen
  3. zou geeuwen
  4. zouden geeuwen
  5. zouden geeuwen
  6. zouden geeuwen
diversen
  1. geeuw!
  2. geeuwt!
  3. gegeeuwd
  4. geeuwend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Words for "geeuwen":


geeuw:

geeuw [de ~ (m)] nom

  1. de geeuw
    de geeuw; de gaap

Related Words for "geeuw":