Dutch
Detailed Synonyms for gefotografeerd in Dutch
gefotografeerd:
-
gefotografeerd
fotograferen:
-
fotograferen
Conjugations for fotograferen:
o.t.t.
- fotografeer
- fotografeert
- fotografeert
- fotograferen
- fotograferen
- fotograferen
o.v.t.
- fotografeerde
- fotografeerde
- fotografeerde
- fotografeerden
- fotografeerden
- fotografeerden
v.t.t.
- heb gefotografeerd
- hebt gefotografeerd
- heeft gefotografeerd
- hebben gefotografeerd
- hebben gefotografeerd
- hebben gefotografeerd
v.v.t.
- had gefotografeerd
- had gefotografeerd
- had gefotografeerd
- hadden gefotografeerd
- hadden gefotografeerd
- hadden gefotografeerd
o.t.t.t.
- zal fotograferen
- zult fotograferen
- zal fotograferen
- zullen fotograferen
- zullen fotograferen
- zullen fotograferen
o.v.t.t.
- zou fotograferen
- zou fotograferen
- zou fotograferen
- zouden fotograferen
- zouden fotograferen
- zouden fotograferen
en verder
- ben gefotografeerd
- bent gefotografeerd
- is gefotografeerd
- zijn gefotografeerd
- zijn gefotografeerd
- zijn gefotografeerd
diversen
- fotografeer!
- fotografeert!
- gefotografeerd
- fotograferend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze