Summary


Dutch

Detailed Synonyms for gesmolten in Dutch

gesmolten:

gesmolten adj

  1. gesmolten

gesmolten form of smelten:

smelten verbe (smelt, smolt, smolten, gesmolten)

  1. smelten
    smelten; door hitte vloeibaar worden

Conjugations for smelten:

o.t.t.
  1. smelt
  2. smelt
  3. smelt
  4. smelten
  5. smelten
  6. smelten
o.v.t.
  1. smolt
  2. smolt
  3. smolt
  4. smolten
  5. smolten
  6. smolten
v.t.t.
  1. ben gesmolten
  2. bent gesmolten
  3. is gesmolten
  4. zijn gesmolten
  5. zijn gesmolten
  6. zijn gesmolten
v.v.t.
  1. was gesmolten
  2. was gesmolten
  3. was gesmolten
  4. waren gesmolten
  5. waren gesmolten
  6. waren gesmolten
o.t.t.t.
  1. zal smelten
  2. zult smelten
  3. zal smelten
  4. zullen smelten
  5. zullen smelten
  6. zullen smelten
o.v.t.t.
  1. zou smelten
  2. zou smelten
  3. zou smelten
  4. zouden smelten
  5. zouden smelten
  6. zouden smelten
diversen
  1. smelt!
  2. smeltt!
  3. gesmolten
  4. smeltend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

smelten [het ~] nom

  1. het smelten
    ontdooien; het smelten; wegdooien

Related Words for "smelten":


Related Synonyms for gesmolten