Summary


Dutch

Detailed Synonyms for herhalen in Dutch

herhalen:

herhalen verbe (herhaal, herhaalt, herhaalde, herhaalden, herhaald)

  1. herhalen
    herhalen; nazeggen; napraten; nabouwen; echoën
    • herhalen verbe (herhaal, herhaalt, herhaalde, herhaalden, herhaald)
    • nazeggen verbe (zeg na, zegt na, zegde na, zegden na, nagezegd)
    • napraten verbe (praat na, praatte na, praatten na, nagepraat)
    • nabouwen verbe
    • echoën verbe (echo, echoot, echode, echoden, geëchood)
  2. herhalen
    herhalen; oefenen; repeteren
    • herhalen verbe (herhaal, herhaalt, herhaalde, herhaalden, herhaald)
    • oefenen verbe (oefen, oefent, oefende, oefenden, geoefend)
    • repeteren verbe (repeteer, repeteert, repeteerde, repeteerden, gerepeteerd)
  3. herhalen
    herhalen
    • herhalen verbe (herhaal, herhaalt, herhaalde, herhaalden, herhaald)
  4. herhalen
    – nog een keer zeggen of doen 1
    herhalen
    – nog een keer zeggen of doen 1
    • herhalen verbe (herhaal, herhaalt, herhaalde, herhaalden, herhaald)
      • ik heb het niet gehoord, wilt u die vraag herhalen?1
  5. herhalen
    – opnieuw gebeuren 1
    herhalen
    – opnieuw gebeuren 1
    • herhalen verbe (herhaal, herhaalt, herhaalde, herhaalden, herhaald)
      • de gebeurtenissen herhalen zich1

Conjugations for herhalen:

o.t.t.
  1. herhaal
  2. herhaalt
  3. herhaalt
  4. herhalen
  5. herhalen
  6. herhalen
o.v.t.
  1. herhaalde
  2. herhaalde
  3. herhaalde
  4. herhaalden
  5. herhaalden
  6. herhaalden
v.t.t.
  1. heb herhaald
  2. hebt herhaald
  3. heeft herhaald
  4. hebben herhaald
  5. hebben herhaald
  6. hebben herhaald
v.v.t.
  1. had herhaald
  2. had herhaald
  3. had herhaald
  4. hadden herhaald
  5. hadden herhaald
  6. hadden herhaald
o.t.t.t.
  1. zal herhalen
  2. zult herhalen
  3. zal herhalen
  4. zullen herhalen
  5. zullen herhalen
  6. zullen herhalen
o.v.t.t.
  1. zou herhalen
  2. zou herhalen
  3. zou herhalen
  4. zouden herhalen
  5. zouden herhalen
  6. zouden herhalen
en verder
  1. is herhaald
  2. zijn herhaald
diversen
  1. herhaal!
  2. herhaalt!
  3. herhaald
  4. herhalend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Definitions for "herhalen":

  1. nog een keer zeggen of doen1
    • ik heb het niet gehoord, wilt u die vraag herhalen?1
  2. opnieuw gebeuren1
    • de gebeurtenissen herhalen zich1

Related Synonyms for herhalen